maandag 3 januari 2011

kletspraatje

We maken het door Harro en mij zo gewaardeerde rondje met de gids door het regenwoud. Ze sjouwt een grote telescoop met zich mee, waar we om de beurt door mogen kijken. We zien felgekleurde toekans met hun grote snavels, een grote giftige knalgele slang, brulapen en een havik van heel dichtbij en veerscherp. De gids vertelt over schildpadden, duizendpoten en enge bijtende mieren. Ze wordt helemaal enthousiast als er vier zeldzame papegaaien overvliegen. De andere mensen in ons groepje zijn toevallig ook Nederlanders. Het is een beetje een onduidelijk gezelschap qua samenstelling, maar ze zijn duidelijk wel met elkaar op vakantie. Ze doen alleen hun mond niet open tegen ons. Er wordt vriendelijk gelachen, maar tot een kletspraatje komt het niet.

De dag erna maken we een tocht te paard door het prachtige Corsaricaanse landschap. Al in het busje op weg naar de manege, begint de moeder van het andere gezin dat ook op weg is naar de paarden een gesprek. Waar we vandaan komen, hoe oud onze kinderen zijn, of we een leuke vakantie hebben; in het wat knauwende Amerikaanse Engels. Tijdens de rit op de paardenruggen komen we van alles te weten over de andere toeristen die de tocht maken. Iedereen begint een kletspraatje en het is heel gezellig.

Zondag na kerst staan we in de rij voor de ingang van het nationaal park Manuel Antonio. Het park heeft zijn bezoekerslimiet bereikt, we moeten wachten tot er mensen uitgaan. We maken een praatje met de Amerikanen achter ons. Ze hebben jarenlang in Houston gewoond. Het kletspraatje maakt het wachten heel aangenaam.

Bij de vulkaan Arenal, zitten we tegelijk aan het ontbijt met een Nederlandse groep Baobab reizigers. Met moeite kan er een goedemorgen af, terwijl ze toch duidelijk kunnen horen dat we Nederlands zijn: de jongens rennen al pratend (nou ja, gillend) rond. We delen even een ongenoegen omdat er bij het ontbijt alleen pancakes worden geserveerd en geen brood, maar daar blijft het bij.

We genieten van alles wat Costa Rica te bieden heeft. We hoppen van hotel naar hotel, van de oceaan, naar de bergen, van de bergen naar het regenwoud; kris kras door het land. Net zoals Amerikanen Europa doen in twee weken. Toch realiseren we ons in de ontmoetingen met andere reizigers, dat we ook na vierenhalf jaar Amerika nog steeds erg Nederlands zijn. Ook wij beginnen bij het ontbijt of tijdens de oerwoud-wandeling geen kletspraatje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten