dinsdag 1 februari 2011

Hoogtestage

Julian sprong gisteren door het huis. Meestal is hij niet zo outgoing, maar gisteren kwam hij zingend uit school, deed zingend zijn huiswerk, ging vrolijk naar de voetbal, meestal moeten we hem er naar toe sleuren en kwam vol verhalen terug. Ik vond het verdacht, wat was er met hem?

Op vrijdag vlogen Harro en Julian naar de Rocky Mountains voor een ski-weekend. Van Houston, dat op zeeniveau ligt, gingen ze in twee uur naar 2900 meter hoogte, waar het hotel zich op bevond. De hoogste lift van het skigebied bracht de heren naar 3750 meter. Harro had, onder het mom van hoe haal je het meeste uit je weekend, voor vrijdagmiddag een ski-les geregeld, zodat ze daarna samen anderhalve dag konden skieën. Het ging vrijdagmiddag meteen al mis; hoe naief kan je zijn?
Want het hoogteverschil was veel meer dan Julian z’n lichaam kon verwerken. Doodmoe hebben ze één afdaling gemaakt vrijdagmiddag, de rest van de middag is verslapen en de skiles verzet naar zaterdagochtend.
Julian was dapper op zaterdag, maar ook toen had hij last van de hoogte. Hoesten, blubberbenen, koud; hij heeft van het weekend genoten, maar het viel niet mee. ‘Ik moest al huilen omdat ik mijn handschoenen niet goed aankreeg. En door het huilen kreeg ik nog minder lucht.’ Met zijn hoofd gebogen over de kaart met alle afdalingen deed hij vanmorgen z’n verhaal.
‘Zondag wilden we helemaal zo naar beneden, maar ik was zo moe, dat we hier een short cut hebben genomen’, vertelde hij wijzend op de plek waar het echt niet meer ging.

Toen ze zondagavond weer thuis waren, zag Julian wit met wallen onder z’n ogen. Hij had in het vliegtuig geslapen. Er kwamen geen verhalen, hij kroop meteen weer zijn bed in. ‘Misschien heeft hij iets onder de leden, als hij morgen nog zo is, moet hij maar thuis blijven’, zei ik ongerust. Want als je het hele weekend heb geskied, mag je best enthousiast terugkomen.
Maandagochtend werd hij, tot onze verrassing, opgewekt wakker. Hij stond ruim op tijd klaar om naar school te gaan, had zelf z’n spullen bij elkaar gezocht.
Pas ’s avonds na de voetbal begon het me te dagen, vooral omdat Harro uit z’n werk ook al zo’n wakkere, uitgeruste indruk maakte. Ze hadden alletwee veel te veel witte bloedlichaampjes in hun lichaam voor een leven op zeeniveau; ze waren lichtelijk high. Alsof ze een hoogtestage hadden gedaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten