maandag 21 februari 2011

Voedingsstoffen

Zaterdagochtend, ik ben al om tien uur in de speeltuin met Simeon en Daniël. De speelgroep van de Downgroep komt bijelkaar en het is mijn beurt om de meet&greet te doen: de andere moeders welkom heten en zorgen dat iedereen zich op zijn gemak voelt.
Het picknickgedeelte, onder een afdak en met barbecue, is bezet; er is mensen bezig een verjaardagsfeestje voor te bereiden. Als de zakken chips zijn uitgepakt, de broodjes klaargelegd en de enorme berg worstjes en hamburgers bij de barbecue liggen, gaan ze –vader, moeder, twee kinderen, aan een van de tafels zitten voor een ontbijt. Een ontbijt van de MacDonalds en het gezin is al Houstons gezet.

Houston staat bekend als één van de dikste steden van het land. De stad herbergt dé obesitaskliniek en het valt ons nog steeds op hoeveel forse mensen hier rondlopen. En vooral ook hoeveel dikke kinderen. Kinderen met wie het waarschijnlijk niet meer goed komt.
Chips bij de lunch –‘we willen wel van te kraken hebben naast onze sandwich’- , dikke sauzen op het vlees, suiker in kindercereals, elk fastfood restaurant een drive thu, groente en fruit met stevige prijskaartjes, enorme porties; het is allemaal heel gewoon en draagt bij aan te dik zijn. Als ik een keer een fruitsalade presenteer, is iedereen verrast: ‘wat een traktatie!’
Een begrip van wat gezond eten inhoudt is uit het collectieve geheugen van de Amerikanen verdwenen. Het is ook moeilijk: als een ontbijt van de MacDonalds de norm is, dan zijn twee boterhammen met nutella opeens erg gezond. We worden overstelpt met voedingsadviezen, de één nog fancier dan de ander.

Zaterdagmiddag rij ik met Daniël voor de zoveelste keer naar Jumpin’Jungle, het springparadijs met de luchtkussens, voor een volgend verjaardagsfeestje.
Na 45 minuten vallen de kinderen bezweet en moe van het springen aan op de klaarstaande kaaspizza. Je kunt je wenkbrauwen optrekken bij pizza om vier uur ’s middags, een grote punt is toch een hele maaltijd. Maar vooruit, het is een verjaardag, dan wil niemand moeilijk doen.
Wij, de moeders, zitten aan de kant en kijken hoe de kinderschare eet. De moeder van Rachel, een meisje uit Daniël z’n klas, zit naast me. Ze is aardig, heeft drie kinderen, werkt als fysiotherapeute, woont net als wij in een goede buurt. Iemand zeg maar uit de categorie ‘ons soort mensen’. ‘I like pizza’, zegt ze met een tevreden klank in haar stem. ‘Met elke hap krijgen de kinderen alle noodzakelijke voedingsstoffen binnen.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten