maandag 25 april 2011

Beter weten

‘Morgen gaan we met de auto rijden en in een hotel slapen.’ Het is vrijdagavond en ik zit met Simeon en Daniël over de kalender gebogen. ‘Jippie, hotel!’ roepen ze in koor.
‘Voordat we naar het hotel gaan, gaan we eerst in het bos wandelen en in een bootje varen’, voeg ik er aan toe. ‘Ja, leuk bos!’ Daniël is er meteen voor te vinden.
‘Nee, wil niet in de boot varen. Eerst naar hotel en dan in de boot’, Simeon denkt het weer eens beter te weten.
‘Nee, Siem, we gaan eerst op het water en dan naar het hotel’, reageer ik.
‘Nee, eerst hotel’ en ik krijg een boze blik.

Standvastig als altijd begint hij er zaterdagochtend meteen weer over. ‘Ik wil niet in de boot varen. Ik wil eerst naar hotel, dan pas in de boot. Echt waar mama’, zeurt hij aan mijn hoofd terwijl ik het huis opruim en het aanrecht poets. We zijn het hele weekend weg en je weet nooit of er nog kijkers komen.
Ook in de auto houdt Simeon vast aan z’n hotel-boot volgorde, maar dan trekt de Diego op het kleine schermpje z’n aandacht en lijkt hij ‘t te vergeten.
Na drie uur naar het noordoosten rijden, draaien we de ingang van het Martin Dies jr. State Park op. We parkeren bij de receptie en duimen dat er nog kano’s te huur zijn, we zijn best laat. Maar gezien de wind worden er geen kano’s verhuurd.
De vriendelijke Ranger wijst ons op de kaart aan waar we kunnen zwemmen en picknicken. ‘Vergeet niet dat we om drie uur de slangen gaan voeren in het Natuurcentrum’, voegt hij er aan toe. We gaan picknicken, zwemmen in de hoge golven -er staat inderdaad veel wind- en om drie uur kijken we hoe een slang een muis verorbert.

Dan rijden we naar het hotel, waar we nog meer zwemmen, een kussengevecht houden en SpongeBob kijken. Zondagochtend staan we vroeg op, het lijkt erop dat het nog niet zo hard waait. We mogen met de kano’s het water op, als we beloven na twee uur terug te zijn, voordat de wind weer aantrekt.
We pakken de rugzak met water en koekjes, smeren met zonnebrand en muggenspray en sjorren de kano’s het water in. Als ik de kano stil hou, zodat Simeon kan instappen, komt hij met z’n commentaar: ‘zie je wel mama, we gingen eerst naar het hotel en nu in de boot.’ Tja, wat moet ik daar nu op antwoorden?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten