maandag 9 mei 2011

Zand

Op de terugweg wilde ik m’n gezicht insmeren omdat m’n huid zo droog aanvoelde. Ik bracht de lotion naar m’n wangen en verwachtte verkoeling en verzachting. In plaats daarvan schuurde het, alsof ik schuurpapier in mijn handen had. Ik probeerde mijn handen nog af te vegen, maar dat hielp niet meer, het zand zat overal. Op mijn handen, op mijn gezicht, in m’n haren en toen ik met m’n tenen wiebelde voelde ik ‘t daar ook zitten.

Met de auto volgeladen met handdoeken, chips, water, snoep, emmers, scheppen en Julian z’n wave board, reden we gistermiddag naar Galveston, naar het strand. Daniël had het er al de hele ochtend over gehad, Simeon zong in de auto mee met Ernie en Bert: ‘samen scheppen op het strand, ja dat schept een echte band…’ Ze hadden er zin in.
We waren niet de enigen die gebruik wilden maken van de zee om wat af te koelen, bijna alle strandstoelen waren bezet. Gelukkig vonden we nog twee lege stoelen onder een parasol, zodat we niet in het zand hoefden te zitten. Dat m’n voeten ondertussen zanderig waren was meer dan genoeg.
De jongens wilden meteen in de zee. ‘Eerst insmeren’, zei ik streng, ook al hadden ze hun UV-werende shirts aan. Heel slim had ik een spuitbus gekocht, zodat ik ik zonder te schuren armen en benen kon beschermen tegen de zon.
De zee lag vol wier, iedere keer dat ik zo’n plantje langs m’n benen voelde gaan, gingen de rillingen over m’n rug. Het waaide, de golven waren hoog. Geweldig, de jongens gleden om de beurt op Julian z’n plank over de golven, maar ook gevaarlijk. Ik stond er als een stresskip naast, had het gevoel dat ik ogen in m’n rug nodig had.
Uitgespeeld gingen we terug naar de stoelen, waar ze meteen op het zand ploften om een zandkasteel te gaan graven. Benen, zwembroeken, shirts, handen, haren, alles zat meteen helemaal onder het zand.
‘Nee, Siem niet boven de tassen’, riep ik verschrikt uit toen hij een zandtaartje kwam brengen. ‘Straks zitten de schone kleren ook nog onder het zand.’

Ik bleef in m’n stoel en deed m’n best om ervan te genieten. Ik at een paar druiven die redelijk zandvrij waren maar kreeg bijna braakneigingen toen Daan met z’n zanderige handen chips zat te eten. Na de laatste keer in het water, tilden we Simeon en Daniël naar een schone handdoek, droogden ze snel af en trokken de bijna zandvrije schone kleren aan. ‘Nu niet meer in het zand spelen, anders ga ik gillen’, waarschuwde ik.

Het strand en de zee zijn niet aan mij besteed, maar de jongens vinden het zalig. Dus strijk ik iedere keer weer over mijn hart en gaan we er naar toe. Zelfs op moederdag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten