dinsdag 26 juli 2011

Het weer

‘Het is onbewolkt in Virginia en 33 graden’, leest Harro van zijn iPhone. Het is zondag, we zitten in ons vakantiehuisje, met alle deuren en ramen dicht. Ik kijk mistroostig naar buiten, waar de regen ondertussen horizontaal langskomt.
‘Volgens de buienradar zou het zou om twee uur droger moeten worden‘, voegt Harro er optimistisch aan toe.
Afgelopen week gingen we iedere ochtend koffiedrinken bij m’n zus met de boot. We hebben Julian leren sturen en genoten van het idee op het water te zijn. Vanmorgen stapten we in de auto en legden de boot met een extra lijn vast vanwege de wind.
Simeon moest een lange broek aan het heeft gekrijst. We hebben de open haard in ons huisje aangemaakt en drinken warme chocolademelk.

Na de lunch heb ik afgesproken dat Simeon bij z’n neefje gaat spelen. Het vooruitzicht dat het om twee uur droger wordt, maakt me overmoedig. ‘Kom Simeon, doe je nieuwe jas en je laarzen aan, we gaan op de fiets.’
‘Mag ik dan achterop?’
‘Ja, je mag achterop, kom we gaan.’
Ik stuur de fiets uit het schuurtje, trek de rits van mijn jas tot boven toe dicht en zet mijn capuchon op. ‘Netjes je voeten in de steunen houden’, waarschuw ik Simeon, die volgens mij nog nooit achterop een fiets heeft gezeten.
Uitgezwaaid door de andere mannen, kijk ik niet omhoog naar de in en in grijze lucht, maar ga op weg. Ik ploeg tegen de wind in, voel m’n broek steeds natter worden -met m’n zeilbroek op de fiets leek me niet zo’n goed idee- en ben opgelucht als we de bocht om moeten en we de wind in de rug hebben.
Ik neem me voor om uitgebreid thee te drinken bij m’n zus. Dan is het vast gestopt met regenen en de wind gaat ook vast liggen, denk ik hoopvol. Met natte haren zet ik de fiets bij het huis van zus op slot, haal een bibberende Simeon uit het stoeltje en druk op de bel.
Nog vier weken en dan mogen we weer terug naar de Amerikaanse hitte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten