woensdag 10 augustus 2011

Hoe kan het?

Ik hang net één jas te veel aan de kapstok -deze Nederlandse zomer vraagt om veel jassen- en de hele plank komt met haken en al uit de muur zetten. Gelukkig is er een opa met twee rechterhanden beschikbaar die in het schuurtje een boor vindt. Met extra grote pluggen zet hij de kapstok weer vast.
De prullenbak gaat kapot en ik laat de wijnkoeler uit mijn handen vallen. Daniël laat vervolgens een bordje glippen, ik nog een kopje en Simeon twee toetjesschaaltjes. Alles spat in kleine stukjes uiteen op de harde stenen vloer. Het kleine emmertje, heel handig om het motorbootje leeg te hozen na de zoveelste regenbui, verdwijnt naar de bodem van de sloot.

Dan op vrijdagochtend sluit ik mezelf buiten. Gelukkig heb ik de autosleutel én mijn telefoon in mijn hand. De deur valt in het slot en als ik door het raam kijk, zie ik de huissleutel aan het haakje hangen. Er is een handige vader-van-een-meisje-dat-bij-m’n-zus-werkt voor nodig om de deur op niet al te legale wijze weer open te krijgen.

Met schoonzus en twee nichtjes gaan we wandelen in het bos. De valk ligt zielig ongebruikt in het haventje; het waait veel te hard om te gaan varen. Als we terugkomen zitten alle kinderen onder de teken. Best leuk, dat struinen door het struikgewas, maar niet zonder gevaar. Pas als de kinderen in bad geweest zijn en we haren uitgekamd hebben, durven we te besluiten dat alle kleine zwarte beestjes weg zijn.
Ondertussen ben ik Daniël z’n nieuwe oranje zeil/regenjas verloren in het bos. Geen idee waar en hoe, maar hij zit niet in de tas, ligt niet in de auto en hangt niet aan de kapstok. Als schoonzus weer naar huis is rij ik terug naar de ingang van het bos, maar niemand heeft de jas gevonden en ‘m bij het infobord opgehangen.

Ik ga bij zus aan de keukentafel wat internetzaken regelen die te groot zijn voor de beperkte prepaid-verbinding. De mobiele telefoon, bijna leeg, ligt naast de laptop. Als we weer gaan, stop ik alles in de computertas.
Volgens mijn zus heb ik nog hardop gezegd dat m’n telefoon ook in de tas zat, maar weer thuis zit hij daar niet in. Net zoals dat hij niet op de keukentafel ligt of in mijn broekzak zit, of nog op de rand van de kade ligt waar het motorbootje aangemeerd lag.

Gelukkig heb ik nog een prepaid SIM-kaart liggen, die ik in een oude telefoon stop. De kaart is van T-Mobile en na veel gedoe lukt het om ‘m op te waarderen. Ik slaak een zucht van opluchting: ik ben in ieder geval weer bereikbaar.
Ik eet bij m’n zus en met drie kleine jongetjes op de achterbank -neefje komt logeren en Julian is bij opa en oma- rij ik naar het vakantiehuisje. Als ze in bed liggen en ik wat smsjes in de rondte wil sturen met mijn nieuwe Nederlandse nummer, blijkt dat ik geen ontvangst heb in het huisje. Ik moet helemaal buiten naar de weg lopen om een streepje op het scherm te toveren…

Ik weet het even niet meer en trek zielig en alleen een fles rosé open.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten