donderdag 29 september 2011

Sociaal leven

Mijn iPhone draait overuren. Gebruikte ik ‘m in Houston vooral als emailontvanger en -verzender -dus zeg maar als intermediair tussen Nederland en Texas- en belde ik er af en toe mee, hier stroomt opeens mijn berichtenapp over en rinkelt de telefoon regelmatig. Ik had snel in de gaten dat ik m’n Facebook account vaker moet checken; sociale media worden hier actief gebruikt om in contact te blijven als er even geen tijd is om koffie te drinken.

Met de vriendin waarmee ik na wat zoeken in de agenda’s wel tijd vindt om koffie te drinken, spreek ik af in een schattig koffiebarretje in Church street. Dit is dé centrale straat in Vienna met boetiekjes, oude huizen en leuke restaurants. Vergelijkend met Nederland is het niet veel, terugkomend uit Houston heeft Vienna met deze straat opeens veel charme en een echt historische centrum.
We gaan aan een tafeltje zitten met onze cappuccino in een echte mok en praten over zaken die er toe doen: haar overleden moeder, de manier waarop de Obama-regering wordt tegengewerkt, huwelijkse perikelen.
Aan een tafeltje wat verderop staat een groepje moeders op. ‘Hé,’ roept er ééntje als ze mij ontwaart, ‘jij was toch verhuisd? Zijn jullie terug?’ Ik knik en vertel over de verhuizing en dat we inderdaad terug zijn op Freedom Hill. ‘Leuk’, zegt ze. ‘Dan zie ik je vast wel weer op school.’

‘We kunnen aanstaande zondag niet, maar komen graag een andere keer pizza’s eten’, smst een Nederlandse moeder. Haar twee zonen -Jaap en Pieter- zwemmen in dezelfde groep als Julian.
‘Wie heeft er zin om naar de film te gaan?’, emailt een andere dame, met kinderen bij Simeon op school. ‘Je hoeft niet te reageren, gewoon komen.’
‘Angus wil graag een keer met Simeon spelen, wanneer schikt het?’ Deze vraag komt via Facebook binnen, maar we spreken echt wat af als we elkaar de volgende morgen op school treffen.
Bij de Wholefoods, waar ik met Simeon wil gaan lunchen, tref ik Alex z’n moeder. Niet zo gek want ze houdt als wij van biologische producten. Ze komt snel een keer koffiedrinken. Terwijl we staan te praten, zwaait Simeon naar een meisje uit z’n klas.
Als Simeon en Daniël buiten fietsen, komen er twee buurvrouwen naar buiten om kennis te maken. 'Jullie komen uit Nederland, toch? Dat hoorde ik van Lisa', begint een oudere dame het gesprek. Lisa is de moeder van Sophia, een meisje met het syndroom van Down dat bij ons om de hoek woont -en dus in hetzelfde special onderwijsklasje zit als Daniël.

Het lijkt allemaal zo gewoon, het zijn hele normale sociale contacten. Maar na twee jaar relatieve stilte in Houston moet ik er aan wennen. En m’n iPhone ook.

woensdag 28 september 2011

Knalrood

Anderhalve week geleden, net terug uit Nederland merkte ik het voor het eerst. Ik wilde 's avonds in bed nog wat lezen, maar dat ging niet. De letters waren wazig en dansten op en neer. Ik weet het aan de vermoeidheid van de reis en ging slapen.
Maar de volgende dag had ik na twee uur ingespannen schrijven op de laptop zere ogen. Dapper typte ik door, totdat ik pijn in mijn hoofd kreeg. Ik zette de computer uit en besloot buiten in het zonnetje, lekker ontspannend de buitenland editie van de NRC te lezen. Maar dat ging niet. Ook als ik de krant een eind van me afhield, kon ik de woorden niet rustig lezen.
Ik probeerde het te gooien op de afgelopen drukke weken, niet alleen door mijn boek, maar ook door het gedoe op school rondom Daniël z’n plek. Maar uiteindelijk had uitstellen natuurlijk geen zin meer en ik maakte een afspraak met de opticien.

Daar zat ik dan vanmorgen, op de stoel waar normaal gesproken Daniël in zit. Met m’n kin in het juiste houdertje, zodat de ogendokter allerlei metingen kon verrichten. Vervolgens mocht ik, net als Daniël altijd moet, met eerst m’n rechter- en toen mijn linkeroog bedekt, letters lezen die op muur veraf schenen. De dokter knikte, mompelde en verving lenzen voor mijn ogen.
Het ging allemaal prima totdat de dokter me vroeg de letters te lezen op een vel dichtbij.
‘Ik heb geen idee wat hier staat’, zei ik naar waarheid.
‘En nu?’ vroeg de opticien, terwijl hij een andere lens voor hield.
‘Ja, dit is veel beter!’
‘U heeft + 0.75 aan beide ogen’, concludeerde hij. ‘Jammergenoeg is dat alleen nog maar het begin, vanaf nu gaan uw ogen achteruit’, liet hij er opgewekt op volgen.

Met de resultaten in mijn hand liep ik de onderzoekspraktijk uit en de brillenwinkel in. Ik schrok me rot toen ik met het eerste montuur op in de spiegel keek. Ik keek tegen de strengste juf op een ouderwetse meisjesschool aan.
‘U heeft nog nooit een bril gehad’, stelde de verkoopster vast. ‘Dan heb ik een veel lichter montuur voor u, om te wennen.’ Ze pakte een bronzig klein brilletje en toen ik daardoor in de spiegel keek, zag het er iets acceptabeler uit.

De bril woog zwaar in mijn tas, toen ik had afgerekend en weer buiten stond. Ik had het gevoel alsof iedereen het aan me kon zien: hier loopt iemand die definitief de stap naar het ouder worden heeft gezet. Als tegenwicht heb ik toen -ook voor het eerst in mijn leven- een skinny jeans gekocht. Knalrood, in maat zes!

dinsdag 27 september 2011

Football

Simeon en Daniël slapen en Harro werkt een avondje door. Ik zit te browsen op Facebook als Julian met natte haren van de douche, in z’n pyjama de keuken binnen komt. Ik heb net Sarah, mijn buurvrouw wat gejend. Ze liet online weten dat ze helemaal klaar zijn voor dé football wedstrijd van de avond: de Redskins (uit Washington) tegen de Cowboys (uit Dallas). Mijn ‘Go Cowboys’ onder haar post wordt inderdaad niet in dank afgenomen.
Dank zij Facebook kan ik indruk maken op Julian. ‘Wil je nog een stukje van de wedstrijd van de Redskins tegen de Cowboys kijken voordat je gaat slapen? Het gaat bijna beginnen.’ Ik krijg de verwachte verbaasde blik dat ik weet heb van deze wedstrijd en een enthousiast ‘ja!’
Het duurt even voordat we tussen de honderd tv-zenders die ene sportzender hebben gevonden die American Football uitzendt, maar het lukt. Julian gaat er goed voor zitten en legt me al commentaar gevend, de spelregels voor de zoveelste keer uit.

Want tja, wij kunnen het dan wel een rare sport vinden, voor Julian is football het echte leven. Hij kent de spelers van de Redskins bij naam en snapt hoe het in elkaar zit. Hij gaat in de donkerrode shirts, met de gouden strepen en de indiaan op de mouw naar school.
Het geeft ook aan hoe snel hij is ingeburgerd na de verhuizing. Dat de Cowboys uit Texas komen, laat hem alleen maar fanatieker juichen voor elke yard die de Redskins winnen.

Na het eerste quarter van vijftien minuten, die bijna 45 minuten duurt omdat het spel elke seconde stilgelegd wordt en er continue reclame tussendoor komt, stuur ik Julian naar bed. Ik beloof dat we morgen op internet opzoeken hoe de wedstrijd is gegaan.
Weer beneden raak ik zonder Julian z’n opmerkingen, de draad van de wedstrijd snel kwijt en klik naar TLC, voor nog wat gezellige Amerikaanse reality-shows. Harro is tenslotte niet thuis.

De volgende morgen heeft Julian een schoolreisje naar het theater. Omdat ik de klassenmoeder ben, mag ik mee. Als we op de bus staan te wachten, hoor ik Julian met z’n vrienden de wedstrijd analyseren. ‘Ja, en vond je het ook zo stom toen de scheidsrechter in de eerste quarter die foute beslissing nam?’ Julian kletst volop mee en voegt er als een volleerde Amerikaan aan toe: ‘de Redskins hadden toen een touchdown moeten maken, dan hadden ze vast gewonnen.’

maandag 26 september 2011

Gemiste kans

Met de presentatie van Blonde haren onder een Cowboyhoed achter de rug, is het tijd voor een volgende ronde promotie-activiteiten. De Nederlandse gemeenschap in Houston is een specifieke, maar potentieel enthousiaste doelgroep waar ik nog niets voor gedaan heb.

Ik stuur een berichtje naar een vriendin die ten noorden van de stad woont en haar kinderen op de Britse school heeft. De Britse school heeft een Nederlands Taal en Cultuur programma. Na wat heen en weer mailen, hebben we een leuke aankondiging in elkaar gedraaid die via de Nederlandse juf naar alle ouders gaat.
Ik stuur ook de dames van de Nederlandse Koffieochtend een bericht, en voeg een klein postertje met alle informatie toe. Als ik na twee dagen nog geen reactie heb, zet ik op mijn to-do-list: andere route zoeken om koffiedames te benaderen.
Naast de Britse School, heeft Houston een internationale school, waar ook Nederlandse les wordt gegeven. Ik ken welgeteld één gezin die daar de kinderen op school heeft en stuur een voorzichtige email. Gelukkig reageren ze meteen enthousiast.
‘Aanstaande zaterdag hebben we een welkomstborrel voor alle Nederlandse ouders, kunnen we dan niet een beetje reclame maken?’ stellen ze voor.
In allerijl, stuur ik pakketje naar ze op met een inkijkexemplaar en een aantal geprinte posters op A4. Er is geen tijd meer om een grote poster te laten maken. Het is niet veel, maar beter iets dan niets besluit ik.

‘Het ging super’, krijg ik zaterdagavond een bericht van het Nederlandse gezin. ‘Als we een doos boeken hadden gehad, hadden we ze allemaal verkocht!’
Gelukkig hebben ze een follow up geregeld. Er gaat de komende week een email uit naar alle ouders met de noodzakelijke informatie. Hopelijk gaan deze ouders ‘Blonde haren onder een Cowboyhoed’ alsnog kopen, maar het boek online bestellen is wel veel meer werk dan ter plekke je portemonnee trekken.
Een gemiste kans, weet ik en knoop de leerervaring in m’n oren.

vrijdag 23 september 2011

Opgelucht

‘Tijdens de Nederlandse les gingen we luisteren naar iemand die grapjes maakte. Het was een man, Herman nog iets, kan dat?’
We zitten aan tafel, Simeon en Daniël hebben voor het eten Koekeloere gekeken omdat dat Simeon z’n huiswerk was voor de Nederlandse school, en ze vertellen over Mofffel en Piertje. Plotseling komt Julian er tussendoor met het verhaal dat ze afgelopen zaterdag tijdens de les van meester Pascal naar een cabaretier hebben geluisterd.
‘Wat voor grapjes dan?’ vraag ik nieuwsgierig.
‘Nou over Sinterklaas. Dat hij, die Herman, z’n schoen had gezet, naar bed ging en de andere ochtend blij was dat z’n schoen er nog stond. Hij praatte heel grappig.’
‘Herman Finkers’, zeggen Kim en ik tegelijkertijd.

Met een bonkend hoofd, jaag ik de jongens na het eten naar boven: ‘kom op, het is tijd om naar bed te gaan.’ Mama wil rust, denk ik erachteraan. Daniël z’n IEP-meeting over z’n leerdoelen en z’n plaatsing was vanmiddag en die bijeenkomst heeft al mijn energie opgeslurpt.
Na een nacht woelen van de zenuwen, had ik vanmorgen zoveel mogelijk bewijs over hoe goed Daan het vorig jaar deed in z’n reguliere klas, bij elkaar gezocht. De school had de concept-leerdoelen opgestuurd en alhoewel het er redelijk goed uitzag, was ik niet gerust. Klaar voor de strijd, stapte ik in de auto, Harro kwam vanuit zijn werk naar school.
De bijeenkomst duurde twee uur en ging helemaal zoals ik had gehoopt. Ik weet niet wie achter de schermen het masseerwerk heeft gedaan, maar mrs Aldrich, de bureaucratische ijskoningin, was bijgedraaid en werkte volop mee om voor Daan leerdoelen te formuleren waar hij z’n tanden in kan zetten.
Mrs Shortt, de speciaal onderwijsjuf waar ik helemaal niet blij mee was, was er niet bij. Daniël is nu onder de hoede van mrs Trossbach, één van de andere speciaal onderwijsjuffen die kinderen begeleidt die in de reguliere klas zitten, maar wel hulp nodig hebben. Mrs McGuire, Daan z’n reguliere juf, is een kei en voelt zich heel verantwoordelijk.

Het komt dus goed dit jaar met Daniël op school. Nog steeds opgelucht, lees ik voor over Liselotje en wens Simeon en Daniël welterusten.
Wel toe aan wat ontspanning, kan ik verleiding niet weerstaan en kruip naast Julian op z’n nieuwe zitzak. Hij opent YouTube en samen kijken we naar filmpjes van Herman Finkers.
Als Harro thuiskomt, moet Julian nog steeds lachen. ‘Papa, weet jij Almelo? Daar is altijd wat te doen.’

woensdag 21 september 2011

Tegeltjes

Ooit wel eens gedacht: gôh, misschien is Houston in Texas wel dé plaats voor ons om te wonen? Ik weet een prachtig huis voor je. Voor een prikkie!

Het is een vrijstaand groot huis. Vijf slaapkamers en drie badkamers. De ene kinderslaapkamer heeft een levensgroot voetbalstadion op de muur en de andere twee vriendelijke dieren: een olifant en een giraffe. Er is een kantoor, waarvan de deuren dicht kunnen, een ruime woonkamer van twee verdiepingen hoog met open haard, een speelkamer boven met veel opbergruimte en een aparte eetkamer die nu nog zonnig geel geschilderd is, zodat je ‘s ochtends vrolijk van je cereals hapt.
De keuken is voorzien van alle denkbeeldige luxe. Roestvrijstale inbouwapparatuur, stille vaatwasser, Amerikaanse koelkast met ijsblokjesmachine en een grote voorraadkast. De keuken heeft nu nog warme gele ‘metro’-tegeltjes tegen de muur, wat het huis een frisse Europese uitstraling geeft.
In de tuin wiegen de palmbomen op de wind. Er is naast het grote zwembad ruimte voor een trampoline én een speelset. Het zwembad heeft een ondiep en een diep stuk, zodat iedereen er van half maart tot eind november van kan genieten. Een grote overdekte -dus koele- patio maakt de tuin tot een waar feest!

Nog niet overtuigd? Het huis heeft een centrale ligging. 45 Minuten rijden naar het strand aan de golf van Mexico (jaar rond zwemmen) en 45 minuten rijden naar één van de grootste shopping malls van de VS. De buurtscholen behoren tot de top 50 van alle scholen in Texas, daar kan je je kinderen vol vertrouwen naar toe sturen.
Houston heeft een heerlijk klimaat: veel blauwe luchten, bijna altijd slippers en korte broeken. Denk je eens in, geen verregende zomers meer!

Het huis staat te koop voor 410 duizend dollar, bijna drie ton voor jullie: een koopje. Reageer vandaag nog! Want volgende week verdwijnt het zonnige geel in de eetkamer en worden de muren ook daar lichtbruin, net als in de rest van het huis. En dan verdwijnen de frisse Europese tegeltjes in de keuken, om plaats te maken voor grote Amerikaans ogende bruingrijze tegels in marmer-uitvoering.

dinsdag 20 september 2011

Verbouwen

Kom, dacht ik, laat ik de Warmerschrijven-website ‘ns een nieuwe laag digitale verf geven. De citaten waren achterhaald, de inhoud paste niet meer bij wat ik aan het doen ben, het lettertype was te zoet, de indeling niet meer handig. Bovendien moest m’n boek erop komen. Kortom, werk aan de winkel, dus vroeg ik mijn zwager om hulp. ‘Laten we niet alleen een nieuwe laag verf aanbrengen, maar ook meteen de kozijnen vernieuwen’, stelde hij voor.

Na heel veel gedoe lukte het om de registratie van m’n domeinnaam over te zetten van een Amerikaans bedrijf naar het Nederlandse Transip. Register.com wilde me niet zomaar laten gaan. Er waren vele officieel uitziende faxen en vele telefoontjes nodig om hen duidelijk te maken dat ik echt vertrok. Uiteindelijk hielp het leugentje om bestwil: ‘we gaan terug verhuizen naar Nederland en dan is een registratie bij een Nederlands bedrijf handiger.’ Ik was opgelucht toen eindelijk de bevestigende emails van Transip binnen kwamen.
De volgende stap was het ontwerpen van een nieuwe lay out. ‘Jouw idee is veel te druk’, vond zuslief en gumde net zo lang, tot een strak ontwerp overbleef. Daar gingen we mee aan de slag in Joomla, de website-software waarmee m’n websites gebouwd zijn.

‘De site kan live wat mij betreft’, meldde zwager na verloop van tijd. ‘Tenminste als je het nu met de kleuren eens bent.’
Dat was ik natuurlijk nog niet, maar na wat heen en weer ge-email, was het goed en klikte ik enthousiast door m’n nieuwe site heen. Heel mooi geworden, concludeerde ik.

Tussen alle promotie-activiteiten voor mijn boek door, schreef ik vorige week ook nog de artikelen voor de september-editie van mijn nieuwsbrief ‘Kom je erbij?’ Ik logde in via de achteringang van de site om de artikelen in een nieuwe nieuwsbrief te hangen en zag alleen een lege pagina.
‘Ik dacht dat je meteen ook een nieuwe lay out voor de nieuwsbrief wilde’, reageerde m’n website bouwer.
‘Ja, dat wil ik wel, maar daar kom ik nu niet aan toe.’
‘Dan zet ik je oude lay out erin, ik doe het meteen.’
Even later kon ik aan de slag. Ik wilde op de voor mij vertrouwde knoppen klikken om de brief op te maken, maar kwam niet verder. Joomla heeft z’n nieuwsbrief-tool zo vernieuwd, dat het vast handiger is in gebruik, alleen kan ik niets meer vinden…

Een beetje wanhopige klikte ik vanmorgen opnieuw door Joomla heen, op zoek naar de functies om de grootte van de letters aan te passen en de link ‘lees meer’ direct achter de inleiding te plaatsen. Ik kwam er niet uit en heb opnieuw de hulp ingeroepen van zwager.
Het betekent dat mijn trouwe lezers nog even op de nieuwsbrief met het laatste Engelstalige nieuws over de integratie van kinderen met een beperking moeten wachten. Het laatste laagje vernis is hopelijk binnenkort helemaal droog.

maandag 19 september 2011

Echt gebeurd

Ik heb net nog maar een keer de foto’s bekeken. Weer terug in de VS, heb ik vooral boterhammen gesmeerd, wassen gedraaid, sokken opgeruimd en schoolspullen uitgezocht. Kijkend naar de foto’s, moest ik mezelf even in mijn arm knijpen om zeker te weten dat ik niet droomde, maar dat ik echt in een weekend op en neer ben gevlogen om het feestje van het uitkomen van mijn boek te vieren.

Na een wat hobbelige vlucht, Continental vliegt met kleine vliegtuigen de oceaan over en dat is echt minder comfortabel, landen we ruim op tijd op Schiphol. In de toiletten trek ik snel schone kleren aan, kam m’n haren en poets mijn tanden. Helemaal klaar voor een serie afspraken, lach ik vriendelijk naar de douane-beambte, pak mijn koffer van de band en stap Nederland binnen.
Na een ontnuchterend ontbijt -’je zou VROM niet meer terugherkennen, alle ambitie is weg’, vertelde m’n oud-collega hoofdschuddend- reed ik naar Hilversum.
Daar werd ik verwacht in de studio van Radio Nederland Wereldomroep voor een interview over ‘Blonde haren onder een Cowboyhoed’. Geïnterviewd worden is een vak apart, kwam ik snel achter. Ik snap nu waarom mediatraining geen luxe is als je vaak voor de microfoon staat. Voordat ik het wist was de tijd op en had ik nog niet gezegd wat ik eigenlijk wilde zeggen. Toch was ik tevreden, het interview ging in ieder geval over mijn boek!
In Leiden dronk ik uitgebreid koffie met Rob van de Stichting Downsyndroom. We bedachten een actie voor de donateurs, die van start zal gaan na het uitkomen van het winternummer van Down+Up.
Met een goed gevoel en met energie voor tien vanwege alle adrenaline, reed ik naar m’n familie, waar ik kleine nichtje Saar uitgebreid kon knuffelen. Ik mocht haar zelfs verschonen, wat een privélege!

Zaterdagmiddag kocht ik in het kleine boekwinkeltje om de hoek van schoonzus in Haarlem een rode pen om mee te signeren -hij kleurde prima bij de omslag van het boek. Na lang poseren voor de spiegel trok ik mijn cowboylaarzen aan onder m’n Sneekse jurkje. ‘Heel hip’, vond schoonzus.
De presentatie voelde aan als een verjaardag en diploma-uitreiking ineen. Ik kreeg kadoos en er vormde zich een lange rij mensen die allemaal mijn handtekening in hun boek wilde. Zoals het hoort had ik aan het einde van de middag spierpijn in mijn kaken van het glimlachen. De grote stapel boeken was bijna helemaal verkocht, de mensen van de boekhandel waren tevreden.

In het vliegtuig terug heb ik mezelf getrakteerd op vier films. Weer door de douane sloegen Simeon en Daniël hun armpjes stevig om mijn nek: ‘mama thuis!!’

Nu weer terug in het echte leven, pakken we de draad weer op. Ik ga straks alle redacties van alle Nederlandse tijdschriften over opvoeden en kinderen een bericht sturen dat mijn boek uit is en dat een recensie toch echt in hun blad past.
Maar eerst kijk ik nog één keer naar de foto’s en hou mezelf voor: ja Sil, je was echt even in Nederland.

woensdag 14 september 2011

Schema

Nu nog een auto huren en m’n tas inpakken, dan ben ik klaar om naar Nederland te vertrekken. Ik heb een slaapplek, heb vrijdag een volle agenda -inclusief een interview over m’n boek in Hilversum!- en zaterdag het presentatiefeestje met meer dan 50 mensen. Vrienden, oude buren, veel familie, oud collega’s, zelfs m’n allereerste baas toen ik net bij VROM ging werken, ze komen allemaal om me te feliciteren en hopelijk mijn boek te kopen.
Ik ga op het feestje een verhaal houden, daar kan ik morgenochtend nog over nadenken, nu ga ik eerst een schema maken voor het thuisfront.

Want hier thuis gaat alles door. De voetbalwedstrijden beginnen zaterdag, Julian is weer aan het zwemmen, zaterdagochtend gaan ze naar de Nederlandse school. Huiswerk maken, van en naar school brengen, koken: als ik er niet ben, valt opeens de helft van de kracht weg en Kim kan dat niet in haar eentje opvangen.
Gelukkig hebben we hier buurvrouwen die het niet erg vinden om een keer extra te rijden en kan Harro een beetje schuiven met zijn werk. Gisterenavond begon hij er al tandenpoetsend over: ‘wanneer moet ik Simeon nou brengen? Hoe gaat het zaterdag ook alweer? En o ja, ik moet natuurlijk ook boodschappen doen.’ Even ving hij een glimp op van hoe dat is om het huishouden te runnen.
Voor mijn eigen geruststelling heb ik beloofd om voordat ik in het vliegtuig stap een schemaatje te maken.

Morgen vlieg ik, het is nog een raar idee. Wat zal ik ‘ns gaan doen in het vliegtuig, zonder internet en zonder kinderen? Zoveel mogelijk slapen lijkt me een goede optie. Maar als ik daar acht uur in die stoel zit, kan ik ook mooi even mijn handtekening oefenen voor al die boeken die ik zaterdag ga signeren!

dinsdag 13 september 2011

Testosteron

De New York Times plaatst vandaag een artikel op de voorpagina met als kop ‘Vaderschap verlaagt testosteron blijkt uit onderzoek, in het belang van het gezin’.
Altijd wel in voor sappige resultaten van een studie naar mannen begin ik te lezen.
‘Mijn hoop is dat dit soort onderzoek een impact heeft op de Amerikaanse man. Het zou hen duidelijk moeten maken dat we nodig zijn als actieve vaders die de deelnemen aan de zorg voor onze nazaten’, laat de NYT Peter Ellison zeggen, een professor in Evolutiebiologie aan Harvard. Dit citaat impliceert nogal wat over de Amerikaanse man.

Afgelopen zomer in Nederland ging ik met zwager boodschappen doen -schoonzus was nog aan het werk- en in de Albert Heijn was hij lang niet de enige man die die dag bepaalde wat er die avond gegeten zou worden.
‘s Avonds wilde ik graag helpen met koken, maar ik werd met zoveel woorden de keuken uit gezet: ‘ik doe het graag op mijn manier’, gaf zwager als reden.
Er kwam een bevriend gezin op bezoek in ons huisje in Woudsend en de vader vond het de normaalste zaak van de wereld dat hij zwembroeken bij elkaar zocht, natte handdoeken uithing en ervoor zorgde dat alle kinderen weer hun eigen kleren aan hadden toen het tijd was om naar huis te gaan.
De zwager die bij mijn Woudsendse zus hoort, vulde na het eten eerst nog de vaatwasser voordat hij terug rende naar het restaurant om daar samen met zus de avonddrukte in goede banen te leiden.
Op straat zag ik vaders met kinderen op hun arm of de kinderwagen duwend; vaders met kinderen in de boot of achterop de fiets. Vaders die zo vanzelfsprekend hun deel van de zorg op zich nemen, dat niemand er een woord aan vuil maakt.

Geloof mij, Amerikaanse mannen doen dit allemaal niet. Amerikaanse mannen hangen op de bank voor de TV voor de zoveelste baseball-wedstrijd en verwachten dat hun bier/koffie/cola aangereikt wordt. Ze willen best coach worden van het voetbalelftal, maar luiers verschonen, broodtrommels vullen of voorlezen gaat ze te ver.

De NYT laat Peter Ellison het uitleggen: ‘ik denk dat Amerikaanse mannen gehersenspoeld zijn. Ze geloven dat minder testosteron betekent dat je misschien wel een mietje bent, dat je niet echt een man bent.’
De krant concludeert dat vrouwen niet de enigen zijn die zich biologisch gezien aanpassen aan het ouderschap. Vaderen is blijkbaar zo belangrijk, dat er hormonale processen aan ten grondslag liggen.
Hot news voor Amerikaanse mannen, maar jullie, Nederlandse mannen, wisten dat natuurlijk allang.

maandag 12 september 2011

Nieuwe wegen

Vlak voordat we in augustus terugvlogen naar Amerika, had ik een feestje in Nijmegen. Een vriendin vierde op uitbundige wijze haar verjaardag. Toevallig was het mooi weer en stonden we heerlijk buiten met een glas rosé in de ene en bitterballen in de andere hand.
Zoals dat gaat bij vrouwen die de 40 gepasseerd zijn, gingen de gesprekken met m’n vriendinnen over nieuwe wegen in slaan, niet alleen op het relationele pad maar ook in onze carrières.
Een vriendin vertelde dat ze voor zichzelf wilde beginnen. ‘Een naam en een logo, dat is allemaal goed te doen. Pas toen ik met iemand sprak die een website voor me wil bouwen, werd het moeilijk. Want wat wil ik nou eigenlijk? Wat ligt mijn focus, wat voor werk wil ik doen? Wat zet ik op de site?’
‘Heel herkenbaar’, reageerde ik. ‘Ik ben mijn Warmerschrijven-website aan het herzien en moet ook opnieuw door die vraag heen.’

Wil ik dat Warmerschrijven een tekstbureau is en ga ik me toeleggen op het binnenhalen van redigeer- en vertaalopdrachten? Of gaat Warmerschrijven meer de journalistieke kant op met de nieuwsbrief als product? Of staan m’n dagelijkse verhalen centraal?
Na lang zoeken, schaven en veel verschillende teksten op de home-page, kom er een beeld bovendrijven dat aanspreekt. De focus voor Warmerschrijven ligt niet zozeer op het soort product, maar op de aanpak. Of ik een blog schrijf, een artikel of teksten voor een Visgroothandel redigeer, mijn bijdrage is altijd het persoonlijke leven van alledag.
De bezuinigingen op het PGB zijn nieuws, maar pas als ik laat zien hoe dat nieuws me in het hier en nu beïnvloedt, krijg ik lezers.
Vis verkopen is werk, maar door te laten zien dat de eigenaar al op vijftienjarige leeftijd paling verkocht aan zijn leraren op school, krijgt dat werk passie.
Plotseling weet ik precies waar ik over wil twitteren, wat ik op Facebook wil zetten. Ik krijg reacties, ik krijg volgers; het begint te lopen. Bijna af: http://www.warmerschrijven.com/

Ook ‘Blonde haren onder een Cowboyhoed’ kan niet zonder een eigen website. Ook daar de vraag: waar gaat het nu over, wat is de focus?
Al schavend aan de teksten en knutselend aan de lay out (met veel dank aan mijn zwager) ontstond er een helder beeld. Het is een bundel verhalen over het persoonlijke leven van alledag, dat gevormd wordt door wat er in de grote buitenwereld gebeurt. Hoe beïnvloedt de olieramp in de Mexicaanse golf gesprekken op school? Koffiedrinken met een moeder lijkt zo alledaags, totdat we het over onze zonen hebben. Een krantenartikel over de vele uren die Amerikaanse kinderen tv-kijken krijgt perspectief door de nieuwe winkelwagentjes in de supermarkt. Kijk en oordeel zelf: http://blondeharenondereencowboyhoed.nl/

Het werk zit erop, het is opnieuw tijd voor een feestje. Proosten we aanstaande zaterdag met een glas rosé op de nieuwe weg die ik ingeslagen ben?

vrijdag 9 september 2011

Dicht

Dertien weken waren ze thuis. Dertien weken wilden ze vermaakt worden, hebben ze gevochten, films gekeken, ruzie gemaakt en af en toe lief gespeeld. Op mijn tandvlees vocht ik me door de laatste week heen en keek reikhalzend uit naar zes september, de dag dat ook hier in Virginia de scholen weer zouden beginnen. Dacht ik.

Net op tijd kwam ik erachter dat Simeon z’n school van de Amerikaans voorzichtige soort is. Dus mochten alleen de leerlingen die vijf jaar en ouder zijn, deze week komen. De vierjarigen zijn volgende week pas welkom, als de rest gewend is. Dus struikelde ik deze week nog steeds over treinrails, hoorde ik nog steeds de hele dag ‘mama, mámá, MAMA’ waarop ik werd geacht onmiddellijk te reageren.

Daarbovenop kwam het conflict met de school over Daniël z’n plaatsing. In plaats dat ik mijn zinnen kon verzetten, was ik alsnog de hele dag met hem bezig. Nadenken over een strategie, bellen met adviseurs, me zorgen maken (vooral ‘s nachts), maar weer een keer naar school rijden: het kostte al mijn energie en het is nog niet voorbij.

Om het allemaal gezellig te maken regent het hier de hele week al pijpenstelen. Gisteren kon ik op de snelweg geen hand voor ogen zien, het water stortte naar beneden. Vanmorgen hoorde ik berichten over ondergelopen basements, overstroomde beekjes en wegen die worden afgesloten omdat ze onder water staan.

Voor vandaag had ik mijn agenda leeg gehouden, vast van plan om nu eindelijk een begin te maken met de nieuwsbrief die al verstuurd had moeten zijn.
Harro was al voor zeven uur weg, Daniël zat aan z’n pap en had zin om naar school te gaan. Ik kreeg zomaar het gevoel dat het zou gaan lukken om een paar uur te werken. Om tien over zeven belde Harro: ‘ik hoorde net op de radio dat Fairfax County de scholen dicht houdt vandaag omdat er wegen zijn overstroomd. Misschien dat je de website even moet checken.’

En inderdaad, ik sluit de allereerste schoolweek af met drie kinderen thuis die vermaakt willen worden, zullen vechten, ruzie maken en misschien als ik geluk heb het eens zullen worden welke film ze willen kijken.

woensdag 7 september 2011

Koningin

Toen ik nog werkte, had ik vaak het gevoel te moeten schaken op verschillende borden tegelijk. Met als gevolg dat ik niet op elk bord het beste van mezelf gaf.
Een vriendin noemde de combinatie van kinderen en werk ‘de-grote-alle-ballen-in-de-lucht-houden-show’. Ze heeft er net als ik op een bepaald moment de brui aan gegeven. Toch is het weer gelukt om vele schaakborden om me heen te verzamelen.

Links naast de laptop ligt de lijst van mensen die volgende week naar de presentatie van mijn boek komen. De teller staat op 42 (ook nog interesse? Volg deze link voor de uitnodiging en sluit je aan) ik hoop dat het klopt. De ja-, nee-, of misschien-emails blijven binnenkomen.
Ik realiseer me dat het leuk is dat er zoveel mensen naar de presentatie komen, maar dat het er eigenlijk om gaat dat ik boeken verkoop. Samen met marketingzus verleg ik onze strategie naar ‘t aanprijzen van het boek (volg deze link om ook een fan te worden.) Mijn hoofd tolt ervan, mijn to-do-lijst blijft groeien.
Gelukkig bedenk ik me op tijd dat ik ook nog een vlucht moet boeken, ergens zal moeten slapen en misschien nog wat mensen wil spreken als ik in Nederland ben.
Tot zover leuke schaakborden met huppelende paarden, versierde torens en enthousiaste pionnen.

Het begin van het schooljaar vraagt elke keer weer om helse toeren. Er komen bergen papier uit de rugzakken die ingevuld moeten worden, er wordt druk uitgeoefend om klassemoeder te worden, we proberen er achter te komen waar de busstop is en hoe laat hij daar stopt. Eigenlijk het gewone gedoe, met een extra hindernis vanwege de verhuizing. Geen gezellig schaakbord, maar te overzien.

Voordat ik wil beginnen aan een nieuw spel, dat van het organiseren van zwemlessen, muzieklessen en een sport voor Daniël, dringt zich een koningin op die, als ik niet uitkijk, ons schaakmat zal zetten op een totaal onverwacht bord. Een bord dat ‘Daniël z’n plek op school’ heet.
Gisterenochtend zat ik tegenover deze koningin van het schooldistrict. Mr Stanley, de directeur van de school had op de allereerste ochtend tijd vrijgemaakt om meer dan een uur met mij en haar te praten over Daniël.
De koningin weigerde te bewegen en omdat ze het formele papierwerk over Daniël z’n plaatsing aan haar kant heeft en bovendien de baas van de directeur is, kwam ik er niet doorheen. Wat ik ook zei, ze weigerde te luisteren en liet al mijn argumenten langs haar schouders naar beneden glijden.

Thuis kwamen de tranen en samen met Harro ben ik op zoek naar pionnen, torens, paarden en lopers. We bespreken verschillende strategieën en komen nergens meer aan toe. Ik hoor de ballen om me heen uit de lucht vallen.

zondag 4 september 2011

Enclave

Het lijkt erop dat na al die weken vakantie, het nieuwe schooljaar toch echt gaat beginnen. Ik durf er nog niet in te geloven, maar de signalen zijn duidelijk.
Afgelopen donderdag konden we kennismaken met de juffen op onze nieuwe oude school Freedom Hill. Op het moment dat we de school binnenliepen was het één lange hernieuwde kennismaking. Veel mensen wisten dat we terug waren, anderen waren totaal verrast. Iedereen was wel even enthousiast. Oké, er zijn nog wat rimpels glad te strijken, maar dat is een ander verhaal.
Gistermorgen was het de eerste zaterdag dat we vroeg op moesten. Ook de Nederlandse school wilde het schooljaar beginnen.

Na lang wikken en wegen hebben we besloten de jongens op zaterdagochtend naar Nederlandse les te sturen. In Bethesda is een school voor Nederlandse Taal en Cultuur, die pas vier jaar bestaat, maar wel al 100 leerlingen telt.
We geven een vrije ochtend op, krijgen vast overlap met voetbalwedstrijden, maar omdat ze alledrie welkom zijn, is het aantrekkelijk genoeg. We hebben Julian de afgelopen jaren via de digitale school Nederlands geleerd. Dat kostte veel strijd, veel gedoe en vooral veel tijd.

Terwijl we het schoolplein opliepen, zagen we overal om ons heen blonde koppies huppelden. We werden verwelkomd met koffie en stroopwafels, konden in het Nederlands een kletspraatje beginnen en luisterden naar de presentaties waar woorden als Taal Actief, Koninginnedag en Citotoets vielen.
Daarna mochten alle kinderen naar hun eigen lokaal om kennis te maken met de juf.
‘Hallo ik ben Simeon’, stapte onze directeur op z’n juf af.
‘Ik’! riep Daniël onmiddellijk toen de juf in groep 3 vroeg welk woord er op het bord stond.
Julian gaf z’n meester netjes een hand en ging afwachtend aan één van de tafeltjes zitten.

We zijn opeens onderdeel van een Nederlandse enclave en kijken wat verbaasd in het rond. Simeon, die al helemaal niet gewend is om met Nederlandse kinderen te spelen, bracht zijn verwondering op eigen wijze onder woorden: ‘Wat een bijzondere mensen hier, ze spreken net like ons.’

vrijdag 2 september 2011

Zwembad

‘Nee, hier geen zwembad, zwembad thuis.’ Daniël zit naast me, buiten aan tafel z’n boterham met nutella op te peuzelen en kijkt om zich heen. Ik concludeer dat voor hem thuis nog steeds het huis in Houston is en dat hij het zwembad mist. Hier kunnen we niet zomaar even gaan zwemmen. We kunnen zelfs niet naar een zwembad. Alle buitenzwembaden zijn besloten en hebben wachtlijsten om lid te kunnen worden. Toch willen de jongens - en ik ook- graag weer ‘ns een duik nemen.

Voordat we naar Houston verhuisden, waren we lid van Lee Graham, een buitenzwembad met een leuk zwemteam en een groot speelbad. Omdat we dachten nooit meer terug te keren, verkocht ik ons lidmaatschap.
Sinds maart ben ik al bezig om een nieuw abonnement te bemachtigen. Het zwembad neem geen nieuwe leden aan, we moeten het hebben van iemand die wil verkopen. Ik struin door mijn beperkte netwerk, benader de mensen die hun kaart via de website te koop aanbieden, maar het levert niets op we kunnen niet naar binnen. Ik google andere zwembaden: te duur, te ver weg, te klein en ook vol.
We verhuizen, zitten buiten in de zon en kijken verlangend de lege tuin in. Lamlendig springen de jongens op de trampoline. ‘Veel te warm mam om te springen, kunnen we niet een opblaasbaar zwembad kopen?’ Met een sip gezicht hangt Julian in de tuinstoel.

Dan krijg ik een email van een Nederlandse kennis die hier in de buurt woont. ‘We gaan plotseling naar Duitsland verhuizen’, schrijft ze. ‘Zijn jullie nog geïnteresseerd in ons Lee Graham lidmaatschap?’
Zoals dat gaat op een verkopersmarkt kostte het ding een fortuin, maar gisteren zat dan eindelijk het eigendomspapier bij de post. Ik heb direct de zwemtas uit de kelder gehaald, we zijn in de auto gestapt en 20 minuten later sprongen we in het water.
‘Ze kunnen echt goed zwemmen’, merkte Kim op, onze nieuwe au pair.

Komende maandag is het Labor Day, de traditionele afsluiting van de Amerikaanse zomer. Dan gaat het zwembad dicht. We gaan vandaag maar weer.