maandag 14 november 2011

De jongste

De afgelopen weken hebben Simeon en ik de gewoonte ontwikkeld om op vrijdag, als ik hem om twaalf uur uit school haal, bij de Wholefoods -de supermarkt voor lekkerbekken- te gaan lunchen. De ene week wil Simeon pizza en de andere week stokbrood. Ik kies elke week uit de wel bevoorrade saladebar en vervolgens eten we onze lunch aan een tafeltje bij het raam.
Afgelopen vrijdag lukte dat niet. Freedom Hill organiseerde een Thanksgivingslunch voor ouders en leerlingen en Julian z’n lunchtijd was om half één. Omdat Kim al op vrijdagmiddag zou vertrekken voor een weekendje-naar-zee, moest Simeon mee naar de lunch. ‘Nee’, reageerde Julian geagiteerd. ‘Ik wil niet dat Simeon bij mij op school komt.’

Julian vindt het prima dat hij Daniël op school tegenkomt, al z’n vrienden kennen Daan en zijn allemaal even aardig tegen hem. Maar Simeon, dat is een ander verhaal. ‘Ik wil niet dat mijn vrienden Simeon zien, hij stelt zich altijd zo aan.’
Ik begrijp dat wel. Als je zoals Julian niet zo stevig in je schoenen staat, dan valt het niet mee om je kleine broertje die overloopt van het zelfvertrouwen, op jouw terrein te zien.
‘Dan kom ik niet, Julian,’ reageerde ik, ‘we hebben geen keus.’ Dat ging hem net wat te ver en gelaten accepteerde hij de situatie.

Toen Simeon en ik op school aankwamen, stonden Julian en z’n vrienden al in de rij voor de kalkoen. Ik dirigeerde Siem naar een hoekje van de tafel die gereserveerd was voor Julian z’n klas en gebood hem op z’n stoel te blijven zitten.
Maar binnen tien seconden stond Simeon bij de grote jongens in de rij. ‘Heb je nóg een broertje?’ vroeg Hadi, ‘Dat wist ik niet.’
Julian z’n vrienden moesten om Simeon lachen en begonnen met ‘m te kletsen, zodat Julian niet kon achterblijven en Siemie toch maar een knuffel gaf.
Tijdens het eten kwam de juf bij ons zitten en terwijl we het over de voorbereidingen voor het kerstfeestje in de klas hadden -ik ben klassenmoeder- trok Simeon aan mijn mouw. ‘Mam, ik moet plassen.’
Op mijn vraag waar de dichtstbijzijnde wc was, antwoordde Gavin, een ander vriendje: ‘ik neem hem wel mee. Kom Simeon.’ Julian stond ook op en liep erachter aan.
Lachend en grappend, kwamen ze terug. Simeon was helemaal in z’n element en wilde niet naar huis toen de lunch afgelopen was en Julian en z’n vrienden terug moesten naar de klas.

‘s Avonds vroeg ik Simeon wie hij voor z’n verjaardagsfeestje wilde uitnodigen. ‘Christopher, Avery en Angus’, somde hij jongetjes van Green Hedges op. ‘Joep, Mick en Mees van de Nederlandse school.’ Ik knikte bij de bekende namen.
‘En Julian z’n vrienden, die mogen ook komen’, voegde hij er met een uitnodigend gebaar aan toe, alsof hij een grote gunst verleende.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten