donderdag 22 december 2011

Curaçao

Fronsend haal ik mijn korte broeken tevoorschijn, allemaal te groot. Ik beoordeel m’n rokken, alleen die ene met elastiek zakt niet van m’n heupen af. Nog verder fronsend controleer ik de status van m’n shirts met korte mouwen en m’n voorraad Texaanse mouwloze hemdjes. Verwassen, vetvlekken, te wijd, uit vorm, saai, teveel gedragen; niet één shirt komt positief uit de screening. Ik kijk naar m’n lege koffer en wanhoop: wat moet ik aan op Curaçao de komende week?

Morgenochtend laten we de Oostkustwinter voor wat ie is en nemen we het vliegtuig richting Willemstad. Door de overstap in Miami, duurt de reis langer dan naar Amsterdam. Maar omdat we in een rechte lijn naar het zuiden vliegen en we niet één tijdzone passeren, voelt het toch als een makkelijke vlucht.
Morgenochtend ben ik klaar met kerst, ik hoef zondag alleen maar aan te schuiven in het restaurant van het resort en te beslissen of ik het vier- dan wel zesgangen menu wil. Of misschien besluiten we wel om in het restaurant op het strand te eten op eerste kerstdag.
Morgenochtend schop ik de schooltassen in een hoek en nemen we voor Julian alleen Nederlandse boeken mee. Daan mag drie boekjes kiezen van de stapel die hij elke dag met Kim leest en Simeon mag alleen z’n nieuwe lego mee. Op ‘t eiland willen we naar de Bruna om een nieuwe lading boeken aan te schaffen.
Morgenochtend neem ik alleen boterhammen met nutella mee, voor noodgevallen. Ik ga geen lunchpakketten maken, we eten wel patat op het vliegveld. En, oké, een paar mandarijnen, voor een gezond noodgeval.
Morgenochtend zal ik vast nog steeds twijfelen of ik m’n laptop mee zal nemen. We hebben internet in ons vakantiehuis, het is verleidelijk om via de laptop m’n digitale leven een beetje bij te houden. Ik heb wel al twee artikelen die ik graag wil lezen op de iPad gezet, die gaat zeker mee (als was het maar voor de spelletjes in het vliegtuig).

Morgenochtend sluit ik m’n bijna lege koffer - alleen slippers, m’n nieuwe badpak en dat ene jurkje voor een avondje uit en ga ik heerlijk genieten van het vooruitzicht dat ik bij de surfshop op het strand, nieuwe kleren mag gaan uitzoeken.

Fijne feestdagen en een gelukkig, gezond en voorspoedig 2012. Ik ben hier op deze plek terug op drie januari.

woensdag 21 december 2011

'n Nieuw spel

“We spelen een nieuw spel tijdens de pauze, heel leuk.’ Julian zit aan de ontbijttafel en we discussiëren over een lunch bij de McDonalds morgen. ‘Dus eigenlijk wil ik niet naar de Mac, ik wil gewoon op school blijven, want onze pauze zit aan de lunch vast.’
‘Wat is dat dan voor spel?’ vraag ik, terwijl ik de vaatwasser uitruim.
‘Nou, dat de meisjes de jongens moeten pakken en als je gepakt bent moet je op de bank zitten.’
Ik verberg mijn gezicht achter een keukenkastje, zodat hij niet denkt dat ik hem uitlach. Vroeger, zo’n 34 jaar geleden speelden we in de vijfde -ja ik ben nog van de generatie voor de groepen op de basisschool- precies hetzelfde spel.
‘En er is spaghetti tijdens de lunch, veel lekkerder dan een kleffe hamburger’, moppert Julian verder.
Redenen genoeg begrijp ik om liever niet naar de McDonalds te gaan voor een speciale lunch.

Onze jongens gaan naar een openbare school die bekostigd wordt uit belastinggeld. Van dat geld worden de lerarensalarissen betaald en wordt de school voorzien van boeken, schoolborden en andere basale spullen die de juffen elke dag nodig hebben. Voor al het extra’s, zoals smart boards, boeken in de bieb, lessen over kunstenaars, naschoolse activiteiten of mooiere lesmaterialen, is de school afhankelijk van donaties.
Eén manier om donaties binnen te halen, is via een grote fondsenwerf-actie bij alle ouders aan het begin van het schooljaar.
En dat gaat niet anoniem, nee dat gaat op z’n Amerikaans met veel publiciteit. In de hal op school hangt een bord met welke ouders er zilveren, gouden dan wel platina donoren zijn en hoe meer je doneert, hoe groter het pakket kadootjes is, dat je krijgt. Vanaf een bepaald bedrag hoort bij de pakket een ‘lunch bij de McDonalds, waar de uitgenodigde leerlingen per limousine naar toegebracht worden.’

Die lunch is morgen en aangezien onze donatie dit jaar aan de ruime kant was, mogen Daniël en Julian mee. Daan vindt het vast prachtig: de Mac is altijd een feestje voor hem. Bovendien gaat Harro mee om een oogje in het zeil te houden en dat maakt het nog leuker.
Maar Julian wil dus niet. ‘Ik heb liever dat het gewoon is’, is zijn commentaar, wat vertaald zoiets betekent als: ‘ik sta liever niet in de belangstelling.’
Hij gaat liever rondrennen en het nieuwe spel spelen. Een spel samen met meiden, waarbij Julian z’n eerste voorzichtige stappen op het onontgonnen terrein van versieren en verleiden zet. En dat levert vast meer dan genoeg belangstelling en aandacht, daar past de limousine niet meer bij.

dinsdag 20 december 2011

Vakjes

Ik zit met de agenda voor me en wrijf over mijn neus, in mijn hoofd gaan mijn gedachten vliegensvlug in het rond. We zijn begin januari dubbel geboekt. Een afscheidsfeestje van een naaste collega van Harro, hij gaat na tien jaar VS terug naar thuisland Australië. En op dezelfde avond een nieuwjaarsfeestje van goede Nederlandse vrienden.
Ik weeg argumenten voor het ene feestje tegen het andere en krijg het er helemaal warm van. Ik proef in gedachten hoe het valt om de Nederlandse vrienden nee te verkopen en stel me vervolgens voor tegen m’n vriendinnen te moeten zeggen: ‘nee, we kunnen niet naar het afscheidsfeestje.’ Ik wil niemand tekort doen, hoe moet dit nou? Mijn hoofd tolt ervan.

We kunnen eigenlijk niet onder het afscheidsfeestje uit. Onze hele internationale expat-netwerk zal er zijn. Vriendinnen die ik dagelijks op Simeon z’n school zie, collega’s van Harro, iedereen die ongeveer hetzelfde leven leidt als wij, komt vast. Bovendien herkennen we het dubbele gevoel waar dit gezin zich in bevindt: tranen omdat je -weer- afscheid moet nemen en enthousiaste glimlachen omdat een nieuw avontuur wacht.
Het nieuwjaarsfeestje brengt ons in totaal ander gezelschap: medewerkers van de Nederlandse ambassade, ouders van de Nederlandse school en mensen die net als wij -en de organiserende Nederlandse vrienden- een kind hebben waar wat mee is. Leuk, Hollands gezellig en vooral gemoedelijk. Bovendien, denk ik stiekem, een gezelschap dat vast geïnteresseerd is in mijn boek.

‘Heb je de uitnodiging voor het afscheidsfeest gezien, het is op dezelfde dag?’ vraag ik aan Harro. ‘Ik weet eigenlijk niet zo goed wat we moeten doen. Ik wik en weeg welk feestje leuker of belangrijker is.’
Harro haalt zijn schouders op en reageert laconiek: ‘dat is toch simpel: we laten ons gezicht zien bij mijn collega en gaan dan aan de zuup met de Hollandse kliek.’
Ik kijk hem verbaasd aan: waarom bedenk ik dat zelf nou niet?

Ooit heb een keer een filmpje gezien over hoe mannenhersenen in vakjes verdeeld zijn die niet met elkaar communiceren en vrouwenhersenen waar het krioelt van de meest (on)logische verbindingen. Vakjes blijken opeens toch wel handig...

maandag 19 december 2011

Netwerk

Vorige week stond in het NCRV-programma Schepper&Co de vraag centraal of we kinderen met het syndroom van Down niet teveel pushen. ‘Dwingen we ze niet tot een normaal leven, waarmee we hun handicap ontkennen?’ vroeg de dame van de NCRV aan haar drie gasten: een filosoof en vader van een volwassen zoon met Down, een docente Leespraat en moeder van een zoon met Down en een kinderarts, zonder familiebanden. De docente ken ik goed en van de kinderarts kreeg ik vanmorgen plotseling een email.

Die docente heet Heidi van Ginkel. Zij geeft leesles aan kinderen met Down met als doel om ze via het lezen beter te leren praten. Afgelopen zomer hebben Daniël, Kim -onze au pair- en ik een workshop bij haar gevolgd. Daan profiteert dagelijks van z’n groeiende leesvaardigheid. Moeilijk woorden, zoals een boterham met hagelslag, zetten we op het schoolbord dat in de kamer staat en al lezend krijgt hij al die lettergrepen netjes uitgesproken.
In het programma vond Heidi dan ook niet dat we kinderen dwingen: ‘het gaat over plezier wat je samen hebt: leren is leuk.’
De filosoof was het niet met haar eens en verdacht alle voorstanders van ‘early intervention’ ervan de handicap te ontkennen: Mijn wantrouwen is dat het een vorm is van het niet accepteren van het anders zijn.’
De kinderarts houdt zich al zijn hele werkzame leven bezig met het syndroom van Down en heeft pas geleden zijn proefschrift met als titel ‘Consequences of Down syndrome for patient and family’ gepubliceerd. Een lijvig state-of-the-art rondom het syndroom.

Vanmorgen kreeg ik dit proefschrift per email opgestuurd. De kinderarts -Michel Weijerman- heeft goed contact met Brian Skotko, kinderarts in Boston. Deze dr Skotko had voorgesteld om het proefschrift ook naar mij te sturen. Ik ben ‘a parent in Houston, TX, who coordinates a lot of the Dutch-American efforts for Down syndrome here in the U.S’, in de woorden van de Amerikaanse arts die ik in de zomer heb geïnterviewd voor Down+Up, het blad van de Stichting Downsyndroom.

Tot de uitzending van Schepper&co had ik niet van de heer Weijerman gehoord, nu heb ik een leuke email-uitwisseling met hem en gaat hij mijn boek ‘Blonde haren onder een Cowboyhoed’ lezen. M’n harde werken werpt af en toe z’n vruchten af, constateer ik tevreden.

vrijdag 16 december 2011

Kertkaarten

Vanaf begin december beginnen de kerstkaarten hier binnen te stromen. Een kaartje van de buren met een foto van het hele gezin gesitueerd voor de kerstboom. Ze hebben hun mooiste kleren aan en kijken sereen glimlachend in de camera.
Een kaartje van een expat-vriendin die ik elke dag op Simeon z’n school zie, met een foto van de drie kinderen die breed lachend op een omgevallen boom zitten. Het is een quasi nonchalante plaatje en ik vrees dat er veel aan vooraf gegaan is om ze zo lief vast te leggen.
Een andere expat-vriendin heeft een compositie gemaakt van de mooiste foto’s van hun vakantie-aan-zee afgelopen zomer. Het strand, het roze avondlicht, de lichtblauwe en witte wapperende zomerkleren; de foto's zijn het bekijken waard.
Een in en in Britse dame stuurt een traditionele kerstkaart: haar beide kinderen in kerstkleding met gekamde haren gefotografeerd in een studio.
Naast het probleem van welke foto kiezen we, is er ook nog de discussie: wat zetten we erop?

Op vrijdag na Thanksgiving waren we samen met half Washington op ‘the Mall’ om het nieuwe monument ter herdenking van Martin Luther King te bekijken. De lucht was helder blauw, het monument stralend wit; zou het lukken om een foto te maken met de jongens er lachend voor?
Met hulp van het fotoshop programma van Apple, is het een acceptabele foto geworden. Simeon staat wat in de schaduw en de man achter Daan kreeg ik niet weggegumd, maar toch, de symboliek spat er vanaf. Heel toepasselijk voor een kaart met nieuwjaarswensen: hebben we niet allemaal dromen?

In Texas konden we volstaan met ‘Merry Christmas and a happy new year’, maar hier in de internationale smeltlkroes van DC is Merry Christmas eigenlijk not done. Niet iedereen viert kerst, maar bijvoorbeeld Hannukkah en niet iedereen verwelkomt op 31 december het nieuwe jaar. De jongens hebben straks ook geen kerstvakantie, maar hun ‘winterbreak’.
Achter de computer knutsel ik onze kerstkaart in elkaar. Apple heeft hier in de VS zelfs een printservice, ik heb geen HEMA of Shutterfly software meer nodig om kaarten en fotoboeken te maken. Uiteindelijk kies ik voor het politiek correcte ‘Happy Holidays’ en hoop maar dat de ontvanger onze wens dat z’n dromen uit mogen komen zal waarderen.

Als het pakketje kaarten met enveloppen binnenkomt, doemt er een nieuw probleem op. Ik heb van iedereen een email-adres en van velen ook een connectie via Facebook, maar heb ik eigenlijk wel huisadressen?

donderdag 15 december 2011

Heilige koe

Elke ochtend breng ik Simeon met de auto naar school. De heenweg duurt zeven minuten, waarin ik geduldig honderd waarom-vragen beantwoord. De terugweg duurt minimaal 20 minuten, waarin ik naar radio 99.5 luister, ons lokale radiostation, naar de ochtendshow met de gebruikelijke ingrediënten.
Een presentator -Kane in dit geval- drie sidekicks die strijden om wie de grappigste opmerking kan maken, muziek uit de Top tien, Telegraaf-nieuws waar luisteraars ter plekke op kunnen reageren, het item waarin een argeloze man of vrouw gratis een bos rozen mag versturen naar een speciaal iemand -de verkering luistert mee en wee de gebeente als de rozen naar de geheime minna(a)r(es) gaan- en dat alles voorzien van een vleugje seks.
Kortom, simpel vermaak dat je onmiddellijk vergeet als je de auto uitstapt. Gisteren bracht 99.5 echter een item waar ik bijna op heb gereageerd.

De Amerikaanse raad voor Transportveiligheid heeft het aangedurfd om te suggereren al het telefoongebruik in auto’s te verbieden, inclusief hands free bellen. De raad kwam met het advies na een kettingbotsing in de staat Missouri, veroorzaakt door een 19-jarige automobilist die in de dertien minuten voor het ongeluk elf SMSjes verstuurde.
Kane en z’n kornuiten waren des duivels en waren het roerend eens dat zo’n ban er nooit zou komen.
‘We zijn er zo aan gewend om altijd bereikbaar te zijn, zowel telefonisch, via SMS of on line, dat verandert niet als we in de auto stappen’, vond side-kick Eric.
Sarah, de enige dame in de show: ik ben gewend aan multi-tasken. Als ik niet meer mijn telefoon mag gebruiken, dan ga ik m’n make up verzorgen.’

De discussie op de radio en de reacties van luisteraars, gaf de kern van de Amerikaanse cultuur prijs: ‘kom niet aan mijn vrijheid op weg’. De auto is heilig, automobilisten onaantastbaar en de gevoelde noodzaak om altijd online te zijn onbespreekbaar. Het maakt die andere hot topic uit de Amerikaanse cultuur: ‘better safe than sorry’ en ‘veiligheid voor alles’ tot een lachertje.

Terwijl ik luister naar alle verontwaardigde luisteraars die de show bellen en de neiging krijg om ze te laten weten dat in Nederland bellen achter het stuur al lang niet meer mag, rem ik voor het zoveelste rood licht. Automatisch reik ik naar m’n iPhone om even snel m’n email te checken.

woensdag 14 december 2011

Feestje in de mix

Wat doe je met een december-verjaardag? Niet vieren was alleen een optie toen Simeon drie werd. Een feestje in het weekend dan? De december-weekenden zitten hier propvol kerstfeestjes, kerstkadoos kopen en in de rij staan voor een foto met de kerstman en is dus ook geen optie.
Na rijp beraad besloten we voor een feestje op de dag zelf, dus op dinsdagmiddag van vier tot zes. En na nog rijper beraad besloten we tot een feestje thuis: we hadden geen zin om door de avondspits naar een gymzaaltje, bowlingbaan of zwembad te rijden. Dat leverde wel een ander dilemma op: wie nodigen we uit?

In de schoolgids van Simeon z’n befaamde privé-school las ik dat het beleid van school was om alle kinderen uit de klas uit te nodigen voor een verjaarsfeestje -ook als je de uitnodiging niet via de school verspreidde. Wat ook mocht: of alle jongens, of alle vierjarigen, als er maar niet iemand zich buitengesloten zou voelen.
Ik besloot dit beleid aan mijn laars te lappen: Simeon vindt veel kinderen uit z’n klas niet leuk genoeg. Na veel nadenken kwam hij met Matthew en Katie: ‘Sarah niet hoor mam, als zij komt doen we snel de deur dicht!’
Hoe anders was het toen ik hem vroeg wie hij van z’n Nederlandse school wilde uitnodigen: ‘Mick, Joep, Mees, Thijs, Wannes...’ De lijst werd lang, te lang, zodat ie moest kiezen. Want hij wilde ook nog kinderen van vrienden van ons vragen, zoals Roos.

Uiteindelijk werd het bijna een Nederlandstalig feestje. Van de elf kinderen, spraken er twee alleen maar Engels. Ik mixte de Nederlandse gebruiken met de Amerikaanse en het resultaat was een zeer geslaagde combinatie.
Ze zongen ‘Happy Birthday’, kozen prijsjes uit een grabbelton, deden kringspelletjes en sloegen een Piñata aan stukken. Ik liet -lekker makkelijk- pizza komen en hield de Amerikaanse volgorde van eerst pizza en pas op het eind de taart met de kaarsjes, aan. Op z’n Nederlands besteedden we ter plekke aandacht aan de kadoos. Ik liet Simeon ze uitpakken waar de gever bij stond, zodat Siem ‘dank je wel’ kon zeggen en samen met de gever blij kon zijn om de mooie lego-dozen die tevoorschijn kwamen.

Om zes uur gingen alle jongetjes en Roos weer naar huis. We ruimden heel tevreden de troep op. Geen huilbuien, geen ruzie, geen gestress (ook al was de zelfgebakken taart wat mislukt): lang leve de feestjes thuis!

maandag 12 december 2011

Kerst-to-do

De gift cards die ik alle juffen en assistentes als kerstkado ga geven zijn besteld, de kerstkaart-met-foto-van-de-jongens is binnen (nu nog versturen), feestartikelen voor Simeon z’n verjaardagsfeestje gekocht -alles van Cars, net als de ingrediënten om zelf z’n taart te maken, de gezamenlijke kerstkaart voor Simeon z’n juf getekend, het kerstfeestje in Julian z’n klas volgende week is georganiseerd: stap voor stap werk ik me door ‘t overvolle holiday season heen. We hebben zelfs een kerstboom in huis en we hebben ‘m gisteren opgetuigd.

Op vrijdag na Thanksgiving, verschenen er uit het niets overal kerstbomen-kramen. Commerciële bij de supermarkt en verkooppunten voor het goede doel bij alle kerken, buurtcentra en scholen.
‘Onze’ High School (de middelbare school waar de jongens naar toe gaan als we hier lang genoeg blijven wonen) verkoopt ook bomen. De inkomsten komen ten goede aan de school en dus indirect aan onze buurt. Op zaterdagmiddag stuurde ik Harro met Siem en Daan daar naar toe om een boom uit te zoeken.
‘Nee, we gingen niet naar de Giant,’ vertelde Simeon toen ze terugkwamen, ‘maar naar een hele grote school en we kwamen ook nog Sabir met z’n papa en mama tegen.’

De kerstboomhouder was nergens te vinden -elke verhuizing verdwijnt er zo het één en ander. Dus ging Harro op zondag, enigszins katerig van het kerstfeest de nacht ervoor, met Daan naar het tuincentrum om een nieuwe standaard te kopen. Ze kwamen met volle tassen terug.
Een lief klein boompje met lampjes voor op de slaapkamer van Simeon en Daniël, blauwe, groene en rode kerstballen met veel goudkleurig glitter, slingers en een spuitbus vol sneeuw. Onze toch al niet zo kunstzinnige opgetuigde boom ziet er nu helemaal kitsch uit. Vooral omdat Simeon op ongeveer één meter hoogte alle zelfgemaakte ornamenten heeft opgehangen die ze de afgelopen jaren op school hebben gemaakt en onderin de kerstdoos zaten.

Morgen Simeon z’n verjaardag en dan ga ik heel voorzichtig vooruit kijken naar de vakantie. In m’n hoofd maken de kerst-to-do-lijsten langzaam ruimte voor vakantie-paklijsten met zwembroeken, zonnebrand, badpakken en slippers. Nog twee weken...

donderdag 8 december 2011

Munten

Via Skype klets ik meer dan een uur met een vriendin, die in Nederland achter haar bureau zit. Ze heeft vast de gordijnen al dicht om de donkere decemberlucht buiten te sluiten en denkt aan ‘t avondeten. Ik zit ook achter mijn bureau, maar in de stralende ochtendzon en voel meer voor een lunch.
Als we ophangen bedenk ik me hoe anders het leven vroeger moet zijn geweest voor ‘Nederlanders in den vreemde’. Voor contact met het thuisfront waren ze afhankelijk van de post en hele dure telefoonminuten. Nu brabbel ik met m’n babynichtje via Facetime en stuur de betreffende vriendin al kletsend de Linkedin gegevens van een oud-collega die in haar netwerk past.

Ik stap over een enorme drempel heen en koop voor het eerst in m’n leven een fancy jurkje. Ik schrijf er een stukje over, plaats dat online en plaats de link op Facebook. Binnen een paar uur regent het reacties. Reacties uit Nederland, uit Houston en van moeders van school. Het jurkje in mijn kast begint ervan te schitteren, ik loop lachend rond en krijg steeds meer zin om het aan te trekken.
NSGK (Nederlandse Stichting van het Gehandicapte Kind) zendt een persbericht de wereld in -via email uiteraard-, dat in nauwe samenwerking met mij tot stand is gekomen. Het persbericht meldt: ‘ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van uitgever Boekenplan uit Maastricht, ontvangt NSGK (Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind) vanaf vandaag één euro per verkocht exemplaar van ‘Blonde haren onder een Cowboyhoed’. Trots meld ik op Twitter dat mijn boek nu helemaal een mooi kado is voor onder de kerstboom.

In een niet-digitale wereld zou ik geen boek op mijn naam hebben staan, zou ik geen leuk contact hebben opgebouwd binnen NSGK, ook al heb ik de betreffende persoon nog nooit in levende lijve ontmoet. In de niet-digitale wereld zou NSGK veel minder sponsoring binnen halen. Waardoor vele projecten met als doel om kinderen met een handicap dezelfde kansen te geven als ‘gewone’ kinderen, niet zouden plaatsvinden.

In de niet-digitale wereld had ik andere keuzes gemaakt, was mijn leven anders verlopen. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik de digitale mogelijkheden wel heb. Met m’n boek kan ik niet alleen in woorden een steentje kan bijdragen aan een betere wereld (waar kinderen met een handicap onderdeel zijn van het gewone leven) maar sinds vandaag ook in klinkende munten. Koop ‘m dus: ‘Blonde haren onder een Cowboyhoed’ en laat me op Facebook weten wat je ervan vindt.

woensdag 7 december 2011

Boetiekjes

Tyson’s, de mall hier, bestaat uit twee gedeelten. Het eerste -enorme- gebouw huisvest de meer ‘gewone’ winkels en warenhuizen: Macy’s, de Legowinkel en H&M. Het tweede gebouw heeft ruimte gemaakt voor alle sjieke ketens en warenhuizen als Saks Fifth Avenue en Neiman Marcus. Je loopt er over marmeren vloertegels en overal stralen de etalages je tegemoet, zeker nu met kerst.
Ik heb er nog nooit echt gewinkeld, te duur en te sjiek. Ik heb alleen al geen idee hoe ik me moet gedragen in zulke boetiekjes. Liever snuffel ik anoniem in de rekken van standaardwinkels, ook al vind ik dan bijna nooit iets.
Maar gisteren, met natuurlijk weinig tijd, besloot ik het erop te wagen. Zaterdag is het kerstfeest van het bedrijf, ik was op zoek naar een jurk.

Na lang dralen voor de etalages en veel heen en weer lopen, besloot ik die ene winkel te kiezen, waar net voor mij twee dames naar binnen waren gegaan. Ik zag dat zij gewoon even rondkeken, dat kon ik ook.
Uiteraard was ik nog geen twee tellen binnen, of er kwam een verkoopster op me af: ‘zoek je iets specifieks?’
Voordat ik verder kon twijfelen, reageerde ik snel: ‘ja een feestjurk, geen zwart, over de knie, zonder mouwen en een lage decolleté.’
‘Dit misschien?’ Ze liet een blauw geval zien.
Ik schudde mijn hoofd: ‘teveel tierelantijnen.’
‘Mag paars ook? Want dan heb ik dit voor je.’ Ze hield een prachtig jurkje omhoog, precies wat ik in m’n hoofd had.
‘Ja, mag ik die passen?’
‘Je hebt maat zes’, schatte ze in, terwijl ze me een onderzoekende blik gaf.

Uiteraard had ik verkeerde schoenen aan, geen make up op -ik had de hele dag achter de laptop gezeten- en geen sieraden in. Toch stond de jurk fantastisch. Ik zwichtte voor de maat zes en vertrouwde de verkoopster toe: ‘vorig jaar had ik nog maat twaalf.’
Zonder op het prijskaartje te kijken, gaf ik mijn creditcard en zette m’n handtekening.

Ik ga ervoor zaterdag, in m’n strakke paarse jurkje met decolleté. Het is mijn beloning voor een jaar lang chocola laten staan.

dinsdag 6 december 2011

Expat

‘Kom je volgende week ook naar de kerstlunch?’ vraagt de moeder van Max als ik met Simeon aan de hand de school in loop. Max zit bij Siem in de klas, hij is Brits en z’n papa werkt bij hetzelfde bedrijf als Harro. De kerstlunch wordt georganiseerd door de ‘spouse-club’ van hetzelfde bedrijf. Ter geruststelling: spouse is een sekse-neutraal woord, het betekent echtgeno(o)t(e).
‘Ik kan niet, Simeon is jarig volgende week’, reageer ik.
Als ik Simeon in de klas heb gebracht, kom ik Emma tegen. Zij is de moeder van Hector -uiteraard zijn ze Brits, Hector z’n broer heet Angus-, ook al uit Simeon z’n klas.
‘Ga je straks ook naar de IFA-koffie?’ vraagt ze.
Ik kijk voldoende niet begrijpend, want ze voegt er zelf al aan toe: ‘ik weet eigenlijk ook niet waar IFA voor staat, iets internationaals.’
Ook nu antwoord ik ontkennend: ‘ik ga morgen al koffiedrinken, ik ga vandaag echt even aan het werk.’

Bovendien, vul ik er voor mezelf achteraan terwijl ik naar de auto loop, hebben we zaterdag het officiële kerstfeest van ‘t bedrijf -en ik heb nog geen jurk. Ik moet eigenlijk gaan winkelen, maar wanneer? In gedachten ga ik m’n klerenkast na en probeer in te schatten of dat ene zwarte jurkje nog kan.
Weer thuis, help ik Daniël en Julian naar school. Dan zet ik de computer aan en check m’n email. Een andere moeder uit hetzelfde expat-netwerk stuurt een bericht over het feestje dat ze aanstaande vrijdag voor haar echtgenoot organiseert die 40 wordt. Oeps, bijna vergeten, daar moet natuurlijk ook nog een kado voor komen.

Donderdagavond ben ik ook al niet thuis. Dan is er een bijeenkomst van expat spouses om met elkaar te praten over hoe dat is om achter je echtgenoot of echtgenote aan de wereld over te verhuizen. Het thema voor donderdag is "How we did it! Reinventing ourselves abroad", over hoe je je leven een eigen invulling geeft, zodat je meer bent dan ‘de echtgenote van’.
De dame die deze avonden organiseert, heeft gevraagd of ik over mijn boek en mijn werk als schrijfster wil komen vertellen. Ik neem me voor om m’n verhaal te beginnen met hoe bevoorrecht we zijn met het leven dat we hier rondom DC mogen leven.

maandag 5 december 2011

Lampjes

Zonder jas, zijn we buiten in de voortuin aan het werk. De zon prikt op mijn rug als ik voorovergebogen met een schepje in de weer ben. Ik graaf een kuiltje van zo’n zeven centimeter diep en stap opzij om Daniël erbij te laten. Hij laat er voorzichtig één bolletje in zakken en gebruikt dan zijn schepje om het gat te dichten.
Naast me is Julian druk om een hele kring te graven voor de krokussen en aan de andere kant van de tuin loopt Simeon tussen een gravende Harro en zakjes tulpenbollen heen en weer.
‘Gaan de bloemetjes nu groeien?’ vraagt Simeon als het klaar is.
‘Ja,’ knik ik, ‘maar het duurt nog wel tot na de winter voordat ze boven de grond komen.’
‘O’, reageert Simeon teleurgesteld. ‘Mogen we dan nu het sinterklaasjournaal kijken?’

Dat mag en met z’n allen kijken voor de computer hoe rolstoelpiet het paard terug vindt. ‘Gelukkig maar’, zucht Simeon. Om er op te laten volgen: ‘De Sinterklaas gisteren had een bril en deze op tv niet, gek hè?’
Hij doelt op de Sint die hij, samen met vele andere kinderen een handje mocht geven op de Nederlandse Ambassade. Het was een groots feest, met veel pieten, pepernoten, speculaas en sinterklaasliedjes. In groepjes mochten de kinderen op het podium om even met de Sint te praten en een kadootje in ontvangst te nemen.

Als het sinterklaasjournaal uit is, hangen we voor de zekerheid toch maar een Nederlandse vlag op buiten, zodat de pakjespiet ons huis weet te vinden. Om half vijf wordt er luid op de deur gebonsd en staat er een enorme zak met kadoos. We krijgen veel chocoladeletters, lezen gedichten voor en eten nog meer pepernoten.
Julian raakt niet uitgepraat over z’n allereerste surprise. Een nieuw nintendospelletje -twee bij twee centimeter-zit driedubbel ingepakt in een enorme doos. We leggen het idee van surprises uit en realiseren ons dat we daar voor volgend jaar aan vast zitten.

Als alles uitgepakt is, gaat Simeon naar buiten en komt terug teleurgesteld terug: ‘de lampjes doen het niet.’
‘Lampjes?’ vraag ik afwezig. Ik sta te koken én Daniël z’n gezicht te poetsen dat helemaal onder de chocola zit van z’n letter D.
‘Ja, de lampjes buiten, papa heeft vanmiddag toch de kerstlampjes opgehangen? Bij iedereen in de straat branden ze.’

Abrupt maakt Simeon een einde aan ons Nederlandse weekendje, om in een vloeiende beweging op de Amerikaanse kerst over te stappen...

donderdag 1 december 2011

Gezegend

Met een klap zette Harro gisterenavond de champagne op tafel: ‘zo, die kan open!’
Hij haalde twee glazen en met een harde plop kwam de kurk eraf.
‘Wat is dat nou?’ vroeg Simeon meteen en Daniël wilde appelsap om met ons te proosten.
Er is niets geks gebeurd en de kopers hebben zich niet op het laatste moment bedacht; de sleuteloverdracht is goed gegaan. We zijn het huis in Houston nu echt kwijt.
Nipten van de bubbels, maakten we een lijstje van de laatste zaken die nog afgehandeld moeten worden.

Als eerste stuurden we een email naar het bedrijfje dat de afgelopen maanden de zorg voor ons zwembad op zich genomen heeft. Iedere week kwam er iemand de kwaliteit van het water controleren en het waterpeil weer op het juiste niveau brengen. De droogte en de hitte in Houston zorgden voor veel verdamping, de controles waren echt nodig. Ook al missen we het zwembad op warme dagen, het is ook wel een hele zorg, waar we nu geen last meer van hebben.

We stuurden ook een bericht naar het hoveniersbedrijf dat het onderhoud van de tuin voor hun rekening nam. Hele aardige mensen, die iedere donderdag het gras kwamen maaien en onkruid kwamen wieden. Ze spraken geen Engels, als ik de heg geknipt wilde hebben, ging dat met gebaren en hoopte ik maar dat het goed ging.
Alleen de baas zelf sprak Engels -nou ja, dat weten we eigenlijk niet, hij schreef het in ieder geval. Elke maand stuurde hij een hele nette rekening, die we braaf betaalden.
Op onze email dat het huis verkocht was en we hun diensten niet langer nodig hadden, kregen binnen een uur een bericht terug.
‘...Ook al heb ik nooit de gelegenheid gehad om u of uw vrouw te ontmoeten, toch wil ik mijn oprechte dankbaarheid uiten voor het werk dat we mochten doen. Dat God u en uw gezin rijkelijk mag zegenen en gezegende feestdagen’, schreef Juan.

Ik heb de email geprint en opgehangen. We hadden ons geen treffender en waardiger afscheidscadeau uit Houston kunnen wensen.