woensdag 29 februari 2012

Zij heeft de carrière

‘Kan je misschien morgenavond? Ergens eten en lekker bijkletsen?’ reageert een oud-collega op mijn email van alweer weken geleden met de kop: ‘laten we een poging doen om iets af te spreken’.
‘Ja, ik kan morgen!’ schrijf ik terug. ‘Zal ik ergens in de buurt een tafel reserveren?’
Ik klik meteen door naar de site van een gezellig restaurant hier in de mall en maak een reservering voor twee. Leuk, uiteten met een collega uit de tijd dat ik nog op het ministerie werkte. Een collega die ik afgelopen zomer op het vliegveld tegenkwam, ze werkt nu hier in de stad op de Nederlandse ambassade. Lees verder op Gezinspiratie

dinsdag 28 februari 2012

Gala

‘Gaan jullie volgende week nog naar het gala?’ vroeg de moeder van het Nederlands vriendinnetje van Simeon vanmorgen. ‘Wij gaan wel, ik vond het best leuk vorig jaar. Het is wel heel erg Amerikaans’, voegde ze er aan toe.
‘Ik weet het nog niet’, schudde ik mijn hoofd. Mijn hoofd loopt over, onze agenda puilt uit. Ik ben bang dat een gala er niet meer bij past, maar durfde dat niet hardop te zeggen. Het gala is dé gebeurtenis van het jaar op Simeon z’n school en een hele grote fundraiser.

Al weken komt er informatie naar huis over het feest, met als thema ‘Wonderland’. Op school lopen er mensen rond verkleed als prinses of elf die toegangskaarten en galaboekjes verkopen. Het kost 85 dollar per persoon om binnen te komen, dresscode: smoking of tuxedo en die lange jurk. In het galaboekje staat een opsomming van de lijst van alle dingen die er die avond verkocht zullen worden.
Want verbonden aan het gala, is er een veiling, de ultieme fundraiser van elke school of organisatie. Het werkt als volgt. Iedereen die dat wil kan een product of dienst ter verkoop aanbieden, niet alleen ouders of leerkrachten, maar ook lokale bedrijven: een mand schoonheidsproducten, een tegoedbon voor het plaatselijke restaurant, een dagje meezeilen, sieraden, ijs voor de hele klas.
Die producten of diensten -gratis ter beschikking gesteld- worden per opbod verkocht; de opbrengst vloeit de schoolkas in. Op gewone scholen is zo’n veiling schriftelijk. Je loopt rond, kletst, drinkt en doet je bod op papier, waarna er iemand anders kan overbieden, totdat de veiling sluit. Heel spannend als je bijvoorbeeld biedt op 24-uur-oppas-door-de-beste-juf.
Op het Wonderland-gala is er een echte veiling, waarbij het bieden in het openbaar gaat. Dus valt het op als je niets koopt (lees: niets over hebt voor de school) en valt het op als je veel koopt (lees: een goede ouder bent en de school een warm hart toedraagt).

Nu hebben wij helemaal niets nodig, wij moeten zelf spullen kwijt. Als ik het eerder geweten had, had ik ze ter veiling aan kunnen bieden. Nu ben maar begonnen om een yard-sale voor te bereiden.
Wat te doen? Laten we ons gezicht zien zonder wat te kopen of is het logischer om niet te gaan? En een avondje onderuit gezakt op de bank te hangen voordat Harro voor twee weken naar Nederland vertrekt?

maandag 27 februari 2012

Zwarte pen

Op vrijdagmiddag hebben we een afspraak op het postkantoor om Simeon z’n Amerikaanse paspoort te laten verlengen. We vullen van te voren het formulier in, zoeken z’n geboortebewijs en leggen ook z’n oude paspoort op het stapeltje mee te nemen spullen.
Op vrijdagochtend bedenk ik me, net voordat Harro naar z’n werk vertrekt dat er kopieën van onze Amerikaanse rijbewijzen bij moeten. Hij legt zijn rijbewijs snel onder de printer annex kopieerder en en ik doe later op de ochtend hetzelfde.
Vlak voordat ik Simeon van school ga halen, stop ik alles in een tas: zwembroek voor de zwemles, boodschappenlijst, gymkleren en papierwerk voor ‘t nieuwe paspoort inclusief een cheque -het postkantoor doet niet aan credit cards. Pas als we bij de mevrouw in het hokje zitten ‘s middags en ze om onze rijbewijzen vraagt, bedenk ik me dat mijn exemplaar nog op de printer ligt.

De jongens moeten ook nieuwe Nederlandse paspoorten. Het bezoek aan de ambassade dat daar voor nodig is, staat voor aanstaande woensdag gepland: nog meer papierwerk.
Er is komend weekend een belangrijk congres over het syndroom van Down in DC, ik heb eigenlijk beloofd om te gaan helpen. Een Nederlandse vriendin die tegenwoordig in Parijs woont, is een paar dagen in het land. ‘Zin om te lunchen?’ vraagt ze.
‘Nou, eigenlijk geen tijd’, reageer ik.
Donderdag komt het verhuisbedrijf een inschatting maken van de hoeveelheid spullen die we mee terug nemen, zodat ze inpakkers kunnen inplannen en containers kunnen bestellen. Dus moeten we nu eigenlijk beslissen wat in de luchtvracht mee gaat en wat we niet mee kunnen of willen nemen. Harro en lopen door het huis: kan de tv -en de Xbox- ook op 220? Zouden we de wasmachine kunnen ombouwen? Is er een verloopslangetje te koop, zodat onze gasbarbecue ook op Nederlandse propaanflessen past? Mag Harro z’n Laser ook mee?
We praten met makelaars en kiezen er op goed geluk één: hopelijk vindt hij ons droomhuis, tenminste als we het eens kunnen worden hoe ons droomhuis eruit ziet.

‘Anders komen jullie bij ons, is dat niet handiger?’ vragen Britse vrienden, waar we een zondagse lunchafspraak mee hebben. ‘Bedankt, maar nee’, antwoord ik.
Zelf koken en gastvrouw spelen is wel meer werk, maar geeft me een ochtend het idee dat het gewone leven ook nog doorgaat. We maken risotto, drinken een glas wijn met ze en leunen achterover.
Lachend vertel ik over Simeon z’n Amerikaanse paspoort: ‘dus kon ik door de regen en de vrijdagmiddagfile helemaal terug rijden voor m’n rijbewijs.’
Harro vult aan: ‘terwijl ik daar bleef en het hele formulier opnieuw moest invullen: het moest met een zwarte pen, wat er met koeienletters boven stond!’

donderdag 23 februari 2012

Achtbaan

Plotseling zitten we in een achtbaan, en zijn we de controle helemaal kwijt. Ik heb de neiging om mijn handen voor mijn ogen te doen en hard te schreeuwen, maar dat gaat niet helpen deze keer.
In een poging de controle terug te winnen, proberen we kort door de bocht antwoorden te geven op grote vragen: naar welke school sturen we de kinderen? Hoe organiseren we het onderwijs voor Daniël? Waar gaan we wonen? En bovenaan de lijst: Wanneer zullen we vertrekken; nu of aan het einde van het schooljaar?
We vliegen die te korte bochten bijna uit en hebben een heel weekend in New Orléans nodig om een beetje bij onze positieven te komen. We gaan weer verhuizen en dit keer staat Schiphol op ons ticket.

Harro gaat officieel op één april beginnen in Rotterdam en we zouden met z’n allen voor Pasen de oversteek kunnen maken. Maar dan heeft Julian twee keer in één jaar een breuk in z’n onderwijs en met de middelbare school in het vooruitzicht is dat niet goed. Bovendien leert enig voorwerk ons dat we niet binnen een paar weken goed onderwijs voor Daan kunnen organiseren in het land waar aan alle kanten bezuinigd wordt op juist onderwijs voor hem.
Tussen de cocktails en de jazz-muziek door beslissen we, dat we niet meteen op stel en sprong de dozen weer gaan inpakken. Ook al betekent dit dat we -net als vorig jaar- een aantal maanden apart zullen wonen. Ik weet nog goed dat we vorig jaar juli zeiden: ‘dit doen we nooit meer!’

Op zaterdagmiddag regent het pijpenstelen in de stad van Mardi Gras. We vinden het niet eens echt erg. Het dwingt ons om tegenover elkaar te zitten, met ieder een glas wijn bij de hand en de iPad tussen ons in. Harro tikt in: ‘www.funda.nl’ en samen bekijken we Nederlandse huizen.
Als we de filter zetten op 5+ kamers, vallen er veel huizen af. Als we vervolgens zelf selecteren op ‘zo’n grote tuin dat er met gemak een trampoline in past’ blijven er nog minder huizen over. En eigenlijk willen we ook hoge plafonds, twee badkamers (minimaal), in een woonwijk met de bakker en een speelpleintje op loopafstand, een aparte werkkamer, een bijkeuken en een geheel ingerichte woonkeuken.
‘Eigenlijk zoeken we een Amerikaans huis in een Nederlandse wijk’, concludeer ik. ‘Dat lijkt me een mooie zoekopdracht voor een makelaar!’

Heel langzaam mindert de achtbaan vaart. We hoeven niet morgen in te pakken, we weten waar we zouden willen wonen. De volgende stap is de zoektocht naar de juiste school of scholen. ‘Ik wil wel naar dezelfde school als Daniël!’ stelt Julian, om er snel achteraan te plakken: ‘maar eigenlijk wil ik helemaal niet weg, dus jullie mogen er niet over praten.’
Vanwege de carnavalsvakantie stokt het emailverkeer met Nederlandse scholen: we krijgen even ruimte om adem te halen en een antwoord te vinden op Julian z’n andere eis toen we hem vertelden dat Nederland ons nieuwe thuisland wordt: ‘Oké, maar ik wil wel nog naar Orlando, naar de Universal studios, naar Hogwarts. Wanneer gaan we dat doen?’

woensdag 22 februari 2012

Een weekend geen moeder zijn

Met een dubbel gevoel pak ik op donderdagavond mijn koffer in. Ik zoek schoenen met hakken, twee jurkjes -voor elke avond één-, panties, een nette broek, een nette blouse en jasjes bij elkaar. Twijfelend sta ik met m’n eeuwige spijkerbroek in mijn handen en laat ik m’n blik over mijn zwarte, warme maar logge laarzen glijden. Nee, besluit ik dapper, ik neem ze allebei niet mee, ze laten me teveel moeder zijn. En dat ben ik het komende weekend even niet. Lees verder op Gezinspiratie

dinsdag 21 februari 2012

Eenentwintig

We lopen door de straten van het French Quarter in New Orleans. Het is zaterdagavond en druk, veel drukker dan gisteren. Blijkbaar gaan op vrijdag alleen mensen uit die voor Mardi Gras naar New Orléans zijn gekomen of mensen zoals wij, die voor de stad komen en zich verbazen over alle uitdossingen in het paars, goud en groen.
Maar nu is het zaterdagavond en er vormen zich lange rijen voor de ingangen van de vele kroegen die er te vinden zijn; de lokale jeugd gaat ook uit.

Vrijdagavond dronken we cocktails, terwijl we naar een jazzbandje luisterden en kletsten met een Nederlandse dame, die op stap was met haar Amerikaanse verloofde en zo opzichtig geen alcohol dronk, dat ik niet verbaasd was toen haar zwangerschap aankondigde.
We namen afscheid en slenterden naar het volgende jazz-café, waar we aan de praat raakten met een vader die uit was met zijn twee volwassen zoons. Ze zouden de volgende dag meedoen aan de grote optocht door de stad en keken daar zeer naar uit. We dronken bier en klonken op ‘happy Mardi Gras’.

Nu staan we een beetje verloren op straat. ‘Ik heb geen zin om in de rij te gaan staan’, Harro bekijkt de Amerikaanse jeugd die rustig staat te wachten. ‘Waarom mogen ze niet gewoon naar binnen?’
‘Omdat iedereen gecontroleerd wordt of je wel 21 bent. Kijk maar ze moeten allemaal een ID laten zien’, ik wijs op de breedgeschouderde mannen bij de ingang van het café, die met een zaklamp pasjes controleren alsof ze de douane zijn.
De Amerikaanse wet verbiedt alcohol voor mensen onder de 21. Niet alleen de jeugdige drinker is strafbaar, ook diegene die de drank aanbiedt. Er is kroegen dus alles aan gelegen om geen alcohol te verkopen aan mensen onder de 21.

We lopen door, tot we een gelegenheid vinden zonder rij. We stappen zo naar binnen, onze rijbewijzen mogen in onze zakken blijven. Als we een plekje veroveren aan de bar, stoot ik Harro aan: ‘kijk, er wordt vanavond zelfs door de barkeeper gecontroleerd, dat heb ik gisteren niet gezien.’ Naast ons overhandigt een jongeman z’n identiteitskaart aan het vlotte meisje achter de bar. Hij lacht schaapachtig: volgens mij vindt hij het jammer dat ze nu weet dat ze waarschijnlijk ouder is dan hij. Met een beroepsmatige glimlach geeft ze zijn kaart terug en schuift drie glazen gekleurd vocht zijn kant op.

Harro bestelt een cocktail voor mij en een lokaal bier voor hem zelf. Hij heeft z’n rijbewijs al in z’n hand. Maar, nee hij hoeft niets te laten zien: wij krijgen onze drankjes zo...


donderdag 16 februari 2012

Mardi Gras

Mmm, het beloofd niet heel mooi weer te worden in New Orleans, wat zal ik nu ‘ns voor kleren meenemen? Jurkjes, hakken, en toch maar een vest. In panties heb ik eigenlijk geen zin. De stapel kleren op mijn bed groeit, ik leg er toch ook maar een paar makkelijke schoenen bij, we gaan overdag vast veel lopen.

Een bezoek aan New Orleans stond hoog op ons wensenlijstje toen we nog in Houston woonden. Vanuit ons huis daar, was het zes uur rijden: voor Texaanse begrippen relatief dichtbij. We zijn er niet geweest: voetbalwedstrijden, zwemtrainingen, en Harro’s plotselinge vertrek naar DC stonden in de weg.
Toen Harro begin januari vertelde dat hij deze week een vergadering had in de jazz-stad, was het idee om er een weekend aan vast te plakken snel geboren.

Dus stap ik morgenochtend in het vliegtuig en laat voor Kim een lijst met instructies achter. Het leven van de jongens gaat door: Julian heeft zwemwedstrijden, Simeon een verjaardagsfeestje, er is Nederlandse school. De hulptroepen zijn georganiseerd. Er zullen mensen af en aan rijden om de een te brengen en de ander op te halen.

Pas toen we een hotel wilden boeken en bijna alles vol zat, realiseerden we ons dat het precies dit weekend Mardi Grass is: het is carnaval in de stad! We gaan dus niet zomaar een weekendje op stap samen: we gaan een feestweekend tegemoet!

M’n fancy jurkje, gekocht voor het kerstfeest, hangt al klaar.

woensdag 15 februari 2012

Het maakt ons niet uit

De jongens kijken moe van een lange ochtend Nederlandse school, naar Spongebob. Ik hoor ze lachen en neem een slokje van mijn wijn. Ik open de iPad om -ook onderuitgezakt- blogs bij te lezen.
Ester’s blog over over de bezuinigingen op het onderwijs, de rugzak en PGB raakt me diep. Niet omdat ik het niet met haar eens ben. Het is de inhoud, de aangekondigde bezuinigingen die me elke keer weer rillingen over mijn rug bezorgen. Lees verder op Gezinspiratie...

dinsdag 14 februari 2012

Dilemma's

Ga ik morgenavond naar het dames-only-etentje van de spouse-club van Harro’s bedrijf of naar de algemene vergadering van de ouderraad op school?
Besteed ik dat laatste half uur voordat de kinderen uit school komen aan noodzakelijke telefoontjes of lees ik in alle rust de krant?
Blijf ik nog een lekker even in bed liggen of ga ik er toch maar uit om te roeien?
Trap ik op de rem als het stoplicht op oranje springt of geef ik een extra dot gas?
Trek ik m’n warme, maar niet zo elegante zwarte Uggs aan of m’n hoge bruine leren laarzen met hak en de dunne zolen?
Ga ik zelf naar de benzinepomp om kleumend in de koude wind de tank vol te gieten of rij ik naar huis, laat het tanken aan Harro over de volgende ochtend en accepteer ik zijn gemopper?
Neem ik, altijd nieuwsgierig de telefoon op als ik een vaag nummer in het schermpje zie of laat ik ‘m rinkelen: het zal wel weer reclame zijn?
Ga ik naar de koffieochtend van de spouse-club of blijf ik achter de computer aan mijn nieuwsbrief werken?
Accepteer ik van Simeon al die Engelse woorden in z’n eeuwige geklets of ga ik ze stuk voor stuk corrigeren?
Ook leuk: blijf ik ook bij z’n honderdste waaromvraag serieus antwoord geven, of zeg ik geïrriteerd als ik ben dat hij z’n mond een tijdje moet houden?
Ruim ik zelf de zooi in de speelkamer op -in een kwartier klaar, of dwing ik de jongens om me te helpen -na 30 minuten nog niets gebeurd?
Ga ik er wat van zeggen als ik vind dat de juf van Julian niet helemaal eerlijk z’n proefwerk heeft beoordeeld, of laat ik mijn oren hangen naar Julian: ‘mam er niets meer aan te doen, het cijfer is gegeven' ?
Dik ik de goede punten uit een schoolrapport aan richting het bijbehorende kind of onderstreep ik die paar mindere scores?
Betaal ik 85 dollar entree (per persoon) voor een benefiet-avond ten gunste van Simeon z’n school om daar onze vrienden te ontmoeten, terwijl de school het eigenlijk niet waard is in mijn ogen?

Zal ik subtiel aan Harro laten weten dat het Valentijnsdag is vandaag of zal ik bloemen voor mezelf kopen?

maandag 13 februari 2012

knuffels

Na maanden lekker te hebben geslapen, is het al wekenlang mis. Simeon komt bijna iedere nacht z’n bed uit, trippelt naar beneden, maakt me wakker en heeft dan een smoesje.

‘Ik moet plassen’, was het eerst.
‘Nou dan ga je plassen’, was mijn reactie en ik wilde me weer omdraaien.
‘Maar het is donker in de wc, je moet mee!’
De oplossing was simpel: we laten nu het licht aan ‘s nachts in de badkamer boven.

‘Ik heb dorst’, was het volgende verhaal.
‘Dan drink je wat water’, zuchtte ik en wilde me opnieuw omdraaien.
‘Maar ik kan niet bij de kraan’, met een pruillipje trok Simeon aan m’n schouder. Zuchtend stond ik op en vulde een glas voor hem. Er staat nu elke avond een glaasje water vlak bij z’n bed. Het wonderlijke is, dat het nooit leeg is ‘s ochtends.

‘Ik wil een knuffel’, is z’n nieuwste vinding.
Vorige week trapte ik erin en gaf hem een uitgebreide knuffel. Ik tilde hem naar boven en stopte hem in z’n bedje, met een extra kus. Want ja, zo’n vraag weiger je toch niet van je kind? Bovendien is een knuffel met de jongste in de donkere nacht, terwijl iedereen slaapt, best gezellig.

Totdat hij het presteerde om vrijdagnacht voor de tweede keer z’n bed uit te komen, voor twee knuffels. Die tweede keer, was ik standvastig en zei: ‘nee, je krijgt niets.’ Ik duwde hem voor me uit de trap op, zonder hem aan te raken, z’n verdrietige gevraag om getild te worden, negerend. Snikkend kroop Simeon weer in z’n bed: ‘ik wil nog een kus.’
Ik hield mijn hoofd koel: ‘nee, ‘s nachts slaap je, als je morgen wakker wordt, krijg je een kus.’ Met een zwaar gemoed verliet ik z’n kamer, alles in me wilde terugrennen, om hen die knuffel te geven.

Het hielp: zaterdagnacht leef het rustig. Dus toen Siem afgelopen nacht weer aan mijn bed stond en om een knuffeltje vroeg, hield ik opnieuw m’n hoofd koel. Ik stuurde hem terug, stopte ‘m in z’n bed, vermeed elk lichamelijk contact en liep zonder woorden z’n kamer uit. Ik hoorde hem zachtjes een krokodillentraan snikken, en vond mezelf een hele slechte, gewetenloze moeder.

donderdag 9 februari 2012

Voorbereid

De laatste reclame van de HEMA gezien? Ze verkopen 15 cm ijs voor 50 cent...Met dit soort laatste nieuwtjes droogt mijn stroom posts en twitters over de Tocht en het niet doorgaan ervan op. Blijkbaar gaan jullie weer over op de gewone dingen van de dag. Ik in ieder geval wel. Nu we zaterdag niet de hele dag hoeven te speuren naar de mogelijkheden om de NOS live te ontvangen, kunnen de jongens gewoon naar de Nederlandse school, waar een culturele middag over Beroemde Nederlanders gepland staat.

Julian heeft Peter Stuyvesant toegewezen gekregen, met ten eerste de opdracht om een presentatie over de beste man te maken.
‘Hoe moet ik nou beginnen?’ met z’n hoofd steunend op z’n handen staart Julian nors naar z’n laptopscherm. Presentaties maken, opstellen schrijven, het is allemaal niet aan hem besteed. En dan ook nog in het Nederlands…
‘Je zou z’n naam in de Google balk kunnen intypen’, help ik hem op weg. Ik schud mijn hoofd: als hij dat kan om ‘t nieuwste Nintendospel op te zoeken, waarom nu dan niet?
Uiteraard verschijnt Wikipedia op het scherm met een biografie. ‘Misschien handig om de tekst op Nederlands te zetten?’ doe ik een suggestie en laat Julian dan lekker aanmodderen.
‘Peter Stuyvesant is directeur geweest op Curaçao’, leest Julian vijf minuten later voor. ‘En na een gevecht met de Spanjaarden kreeg hij een houten been. Dat ga ik zeker vertellen!’

Door Curaçao, waar we net geweest zijn, en het redelijk gewelddadige leven van de laatste gouverneur van Nieuw Nederland en Nieuw Amsterdam, is Julian z’n interesse gewekt: ‘goh, hij was ook de baas in New York, ik wist niet dat de Nederlanders New York hadden gesticht.’
Samen verwerken we alle informatie in een Powerpoint-presentatie, die Julian professioneel voorziet van een prachtige layout en fancy overgangen van de ene dia naar de andere. Z’n proefpresentatie in de klas gaat prima en aanstaande zaterdag mag hij het houten-been-verhaal vertellen aan de hele school.

Het tweede deel van de opdracht is het maken van een spel voor de culturele middag. Gekoppeld aan Stuyvesant, moeten we een ‘wat is de Nederlandse oorsprong van dat Engelse begrip?’ zoektocht maken.
Gelukkig heeft meester Pascal een boekje geschreven over Nederlandse invloeden in New York; ik shop er een leuk lijstje bij elkaar. Harlem komt natuurlijk van Haarlem, Brooklyn van Breukelen, waffle van wafel. Als ‘ns bedacht waar de Yankees vandaan komen?
Ik laat Julian een selectie maken en stuur de lijst naar de meester. ‘Dat ziet er echt te gek uit!’ laat hij met een zich eigen gemaakt Amerikaans enthousiasme weten. Nu nog kopiëren en dan gaan we los zaterdagmiddag. Het zou wél echt te gek zijn, als de HEMA dan voor ijs zou zorgen.

woensdag 8 februari 2012

Van een snijdende wind

Met een glimlach om m’n lippen open ik in alle vroegte m’n digitale sociale netwerken. De Nederlandse dag is zes uur geleden al begonnen en ik verwacht veel vrolijk getwitter over kou, sneeuw en ijs. Al lezend doe ik de gordijnen open en zie dat de zon hier net boven de horizon uit piept.

Vijf minuten later is het licht en schijnt de zon op m’n gezicht. Het wordt wederom een heerlijke dag met een strakblauwe lucht; veel te warm voor de tijd van het jaar. Ik ga douchen en laat m’n dikke wintertruien in de kast liggen...Lees verder op Gezinspiratie

dinsdag 7 februari 2012

Misstap

Zondagavond keken we met pizza voor de tv naar de Super Bowl. ‘Ik wil het helemaal afkijken’, waarschuwde Julian bij de aftrap. ‘Anders word ik morgen uitgelachen op school.’
Ik vond het prima, zonder Julian’s commentaar snappen we niets van ‘t spelletje, dus was het handig dat hij bleef zitten. Tijdens de pauze stopten we Siem en Daan in bed en vertelden we Julian dat Madonna de ‘Lady Gaga is van toen wij jong waren’. ‘Mmm,’ was zijn commentaar, ‘ze ziet er veel normaler uit dan Lady Gaga.’ Tja, we hadden niet bedacht dat zelfs Madonna op haar 53e haar wilde haren zou verliezen.

Tijdens de vele reclames, bekijk ik mijn email. ‘Oeps’, roep ik opeens uit, ‘Daniël heeft morgenochtend een afspraak bij de cardioloog, even vergeten.’
Snel reken ik uit dat ik al om half acht weg moet en omdat Kim d’r auto kuren vertoont -hij wil niet meer starten- staan we voor logistieke problemen: de andere twee moeten gewoon naar school. Op Google Maps zoek ik op waar de cardioloog praktijk houdt en bedenk dan dat Daniël z’n medische bestanden niet uit Houston zijn gekomen. Niets meer aan te doen.

Om inderdaad om half acht weg te kunnen, sla ik m’n roeitraining over. In plaats daarvan, maak ik met gezwinde spoed lunches en prakkiseer ondertussen over de meest handige logistieke volgorde.
Harro probeert de auto te starten, die het gelukkig na een paar keer proberen doet. ‘Maar hij moet vandaag eigenlijk wel naar de garage’, waarschuwt hij. Ik knik, dat kan er nog wel bij.
‘En Sandra?’ vraagt Kim. ‘Hoe laat komt zij?’
Ik maan Daniël tot opschieten: ‘we moeten naar de dokter’, zet cereals voor Simeon klaar en prent Julian in dat hij z’n huiswerk niet moet vergeten. ‘Je bent straks alleen thuis, laat jij Sandra erin?’

Eigenlijk te laat, stap ik met Daan in de auto. Nijdig schraap ik het ijs van de ramen en ga op weg. Dan zie ik dat m’n telefoon bijna leeg is, al rijdend zoek ik het juiste snoer en probeer tegelijkertijd de juf een berichtje te sturen dat Daan later komt.
Het navigatiesysteem staat niet toe om, al rijdend, het adres van de dokter in te voeren. Ik gok erop dat ik me de kaart goed genoeg herinner en sla linksaf.

Wonder boven wonder rij ik in één keer goed en ik kom nog op tijd ook. Ik slaak een zucht van verlichting. Dan belt Kim: ‘ik sta nu bij de garage….’ en om tien voor negen, als Daan en ik op de hartecho wachten, bel ik naar Julian: ‘je moet nu echt je schoenen gaan aandoen, heb je je tanden gepoetst?’

Madonna maakte een misstap tijdens haar optreden in de pauze van de Super Bowl. ‘Ze wordt ouder’, concludeert de presentator van m’n favoriete radiostation. Luisterend naar het commentaar, ga ik rechterop zitten. Ik slalom toch maar mooi opnieuw zonder te vallen door ons chaotische huishouden.

vrijdag 3 februari 2012

Reality

Met Harro in het vliegtuig naar Nederland om z’n ouders op te zoeken, kunnen Julian en ik zonder commentaar naar TLC kijken. TLC is dé zender hier voor de meest rare reality-shows. Vroeger zonden ze ‘John&Kate plus 8’ uit over een stel met een tweeling en een zesling. Het nieuws dat John en Kate gingen scheiden, liet Amerika op z’n grondvesten schudden.
TLC scoorde vervolgens met ‘The Cake-boss’, volgens mij ook in Nederland te zien, Sisterwives, over door de kerk voorgeschreven polygamie en ‘Muslims in America’ een omstreden serie waarin de camera Amerikaanse moslim-gezinnen volgt.
De twee nieuwste loten aan de stam zijn ‘Hoarding, buried alive’ (‘Je leven in puin’ in Nederland) en ‘My 600-lb Life’. Beide series waren gisterenavond op tv.

Met open monden van verbazing keken Julian en ik naar een gezin dat al twintig jaar tussen het afval leefde. De vuilniszakken raakten het plafond, naast duizenden lege blikjes, spinnenrag en bedorven etensresten. De koelkast was zwart van binnen. Uiteraard was er ook sprake van een grote financiële schuld, vreemdgaan en een overleden kind, zodat de psychologe niet voor niets te hulp werd geroepen.
‘Gatver’, riep Julian uit. ‘Dat ze niet heel erg ziek zijn geworden.’
Ik kon het niet laten om de bal in te koppen: ‘daarom moet je van ons af en toe je kamer opruimen.’

Net voor een nieuwe ronde reclame, keken we naar de intro van ‘My 600-lb Life’. Onze monden zakten zo mogelijk nog verder. Het bleek te gaan over Melissa. De camera had haar leven over een periode van zeven jaar gevolgd. In jaar één zagen hoe een 653 pound (296 kilo) wegende Melissa zich voorbereidde op een maagverkleiningsoperatie. Omdat ze zo dik was, was dat een risicovolle ingreep, de kans op blijvend succes zou vijf procent zijn.
In het resterende deel van de twee uur durende docu, waren we getuige van de strijd die Melissa voerde om de kilo’s eraf te krijgen en te houden. Uiteraard ook hier voorzien van het nodige drama met een ontrouwe echtgenoot en een incest-verleden dat de schuld kreeg van de eetverslaving.

Tijdens het kijken, kopte ik de bal in m’n eigen doel. Ik stopte de chocola die ik had gepakt om met Julian te delen, ongeopend weer in de kast en zette vanmorgen op ‘t roeiapparaat extra aan.



donderdag 2 februari 2012

Die goede oude tijd

'Vertel, hoe zit het met je ski-ervaring?' vraagt de juf die me een uur prive-les gaat geven. Ik sta wat ongemakkelijk op m'n lange latten, zoek steun bij de skistok en heb een moment nodig om te bedenken wat voor antwoord ik ga geven. Lees verder op Gezinspiratie

woensdag 1 februari 2012

Verwondering


Het was heerlijk hoor, ons lange weekend skiën, maar het was vooral ook weer een lang weekend van verwondering over de Amerikanen en hun levensstijl.

Het begint al onderweg. Dertig kilometer buiten suburbs van DC, is er opeens niets metropools meer aan het uitzicht. We zien landerijen met her en der verspreid witte boerderijen waar de verf vanaf bladdert. Oude verroeste auto’s voor de deur en in de tuin kapotte schommels. Dit is Amerika: armoedig en met de Wallmart als meest trendy winkel in de wijde omtrek. Hier wonen de mensen die Romney te liberaal vinden en het liefst op Sarah Palin hadden gestemd.

We zijn aangenaam verrast als we het ski-resort binnenrijden. Het is on-Amerikaans gezellig. Er is een plein met leuke restaurantjes. De Starbucks is de enige keten die ik kan ontdekken: geen Mac, geen KFC, geen Wendy’s. Overal staan bomen met de kerstlichtjes er nog in. Direct aan het pleintje begint de piste en de appartementencomplexen zijn er met architectonisch inzicht omheen gebouwd.
Het erge is, dat het me opvalt dat het er moeite is gedaan om het ski-dorp aan te kleden. Het betekent dat mijn verwachtingen over wat Amerika normaal gesproken aan esthetiek te bieden heeft, minimaal zijn.

Als we uitgeladen zijn, parkeert Harro de auto achter een slagboom. Daar blijft hij staan, totdat we op dinsdag weer naar huis gaan, er is een shuttlebusje die de verschillende ski-liften met elkaar verbindt. We skiën in schone lucht, zonder uitlaatgassen, er is geen file over die ene weg en net als iedereen, lopen we.
Als Simeon aan het einde van de dag helemaal uitgeput is en begint te mekkeren: ‘ik wil met de auto naar het restaurantje, ik wil niet lopen’, realiseer ik me hoe vaak we in het gewone leven in de auto stappen en hoe bijzonder het is dat dit ski-resort zo ontworpen is, dat niemand die auto hier nodig heeft.

Gelukkig stellen de Amerikanen ons verder niet teleur. Zo is er geen supermarkt. Ik had dat al verwacht en de auto volgepakt met eten en drinken. Zodat we in ieder geval in het appartement kunnen ontbijten en lunchen. En bieden de verschillende restaurantjes het gewone Amerikaanse menu: chicken wings als voorgerecht, steak of hamburgers als hoofdgerecht of, voor wie even geen zin heeft in vlees, een in een deegje gefrituurde forel.

De kinderen gaan twee hele dagen naar de ski-school. Na een uur ploeteren in de sneeuw, gaan ze naar binnen voor een snack en ‘s middags gaan de jongste kinderen knutselen: stel je voor dat ze moe en koud worden.
De tweede ochtend leert Simeon remmen met de punten van z'n ski's naar elkaar toe, in het jargon: 'een pizza maken'. Als hij dan weer verder wil glijden en z'n ski's recht naast elkaar zet heet dat: 'french fries'. Het verbaast mij niet meer dat zoveel Amerikaanse kinderen te dik zijn.

Daniël gaat naar een aangepast ski-programma. Uiteindelijk blijkt het niets voor hem, maar los daarvan is het wel echt Amerikaans dat zo’n programma bestaat. Of je nu één of geen benen hebt, geen armen, blind bent of niet zo sterk: voor iedereen heeft het programma aangepast materiaal beschikbaar zodat echt iedereen kan skiën. Op z’n Amerikaans bestaat het programma bij de gratie van donaties, niks geen overheidsbijdragen. Na dik vijf jaar, is de cultuur ons zo eigen dat we zonder discussie onze portemonnee trekken.