donderdag 1 maart 2012

Binnen de lijntjes

In de stromende regen, de ruitewissers kunnen het bijna niet aan, rij ik met twee kinderen in de auto Washington DC in. We hebben om tien voor tien een afspraak op de Nederlandse ambassade, beide heren hebben een nieuw Nederlands paspoort nodig. Ik had gehoopt dat dat tijdstip zou betekenen dat de ergste file voorbij zou zijn, maar helaas, de regen smeert de drukte over de hele ochtend uit.
Vlak voordat we vertrokken, keek ik nog één keer door de lijst van mee te nemen papieren en zag tot mijn schrik dat Harro’s paspoort ook mee moest, een getekende kopie was niet genoeg. En dat paspoort heeft hij bij zich, op kantoor.

Make a u-turn if possible’ stelt de aardige mevrouw van het navigatiesysteem meerdere keren voor. ‘Ja, ik weet dat ik de verkeerde kant op rij’, reageer ik mopperend op mezelf. Waarom heb ik die lijst nou niet eerder gecheckt? Tegen de drukte in rij ik naar Harro z’n werk, waar hij schuilend onder een paraplu klaar staat om het boekje in de auto te gooien.
‘Papa!’ roept Daniël enthousiast, om er meteen verdrietig op te laten volgen: ‘papa niet mee auto?’
‘Nee, Daan, papa blijft op z’n werk. We hebben nu z’n paspoort, we kunnen richting de ambassade’ reageer ik.
Turend tussen de regendruppels door, draai ik de drukke ringweg op en sluit achteraan aan.
‘Mag de muziek harder, please?’ vraagt Daan.
‘Ja, die mag harder, de regen maakt veel herrie hè?’ Ik draai aan de volumeknop en ik hoor tevreden meezinggeluiden achter me: ‘I’m sexy and I know it.’

Stapje voor stapje rij ik de fuik van het stadscentrum in. Ik ken de weg niet goed genoeg om sluiproutes te kiezen, bovendien zie ik geen hand voor ogen: alles is grijs. Ik doe dus maar precies wat de mevrouw van de routeplanner zegt. Om half tien bel ik de ambassade. ‘Ja, als u tien minuten later bent, kunt u nog steeds worden geholpen’, meldt de receptionist. Ik hoop er het beste van en rij door, kan ook weinig anders.

Bijna een half uur te laat, parkeer ik eindelijk de auto. ‘Oké jongens, capuchons op en rennen, we hebben geen paraplu’, stel ik voor en zenuwachtig graai al het papierwerk bij elkaar. Ik hoop dat ze ons nog willen helpen, dat we deze tocht niet voor niets hebben gemaakt.
Gelukkig is de mevrouw achter de balie begripvol: ‘laten we dan maar snel beginnen. Wie is Daniël en wie is Julian?’

‘Kan Daniël z’n naam schrijven?’ vraagt ze vervolgens. Ik knik en ze geeft een kaartje waar hij naast z’n pasfoto een ‘handtekening’ moet zetten. ‘Hij moet het alleen wel binnen de lijntjes doen.’
‘Kom, Daan ga je je naam schrijven?’ Daniël knikt als ik hem uitleg wat de bedoeling is. Met een serieus gezicht, puntje van z’n tong uit z’n mond, schrijft hij zo leesbaar als mogelijk, z’n naam keurig binnen de lijntjes. Ik krijg bijna tranen in mijn ogen: wat een bijzondere beloning na zo’n rottige autorit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten