vrijdag 30 maart 2012

Hoofdpijn

Het begon woensdagavond: hoofdpijn. En omdat ik bijna nooit hoofdpijn heb, komt het hard aan als ik een keer aan de beurt ben. Naïef denk ik dan: nee, geen asprine, hoofdpijn betekent gas terug nemen, even rustig aan doen dan gaat het vanzelf weer weg. Dus zette ik woensdagavond de laptop uit en een simpele romantic comedy aan.

Gedurende de hele film had ik nergens last van, maar toen ie was afgelopen en ik in m’n eentje Daan kon laten plassen, de keuken kon opruimen en alle lichten mocht uitdoen -Harro is dan wel weer in de US of A, maar die avond in Houston- kwam de pijn met mokerslagen terug. Nog steeds vond ik: eerst maar ‘ns slapen, geen asprine.

Donderdagochtend was Daniël heerlijk vroeg wakker en dwarser dan dwars. Simeon kwam naar beneden met de mededeling dat hij nog steeds pijn in z’n oor had en Julian zat met denkrimpels al vroeg boven z’n huiswerk: ‘mam kan je me helpen, ik snap dit niet en het is niet leuk!’ De op de achtergrond zachtjes zeurende pijn in mijn hoofd, kwam zich onmiddellijk weer op de voorgrond melden.

In plaats van pillen, koos ik voor een echte vrouwenoplossing: koffieleuten met andere vrouwen. Omdat het hier een buitenwijk van DC is, is er altijd wel ergens een koffieochtend. Ik reed naar een enorm huis in de heuvels rondom Vienna voor de ‘IFR-coffee’, dat staat voor International Foreign Residents. De aanwezige dames waren stuk voor stuk vaker verhuisd dan ik, ook met kleine kinderen. Ze relativeerden mijn verhuisstress en overtuigden me dat het echt wel goed komt, ook al is de to-do-list nog zo lang. ‘Kinderen zijn flexibel, ze overleven zo’n verhuizing echt wel weer’, werd me verzekerd door ervaren koffiedrinksters.

In de auto op weg naar huis bonkte het wat minder in mijn hoofd. Maar toen ik m’n emails opende en zag dat zowel het rapport met de bouwkeuring binnen was, als het concept-koopcontract als offertes voor de hypotheek én dat we voor alledrie op vrijdagochtend een gesprek met Nederland zouden hebben, was het opnieuw mis.

In plaats van alles printen en rustig lezen, printte ik de papieren gehaast, stopte ze in een mapje en stapte in de auto naar de orthopeed. De huisarts had me doorgestuurd naar deze specialist omdat de ontsteking in mijn elleboog een soort cyste had achtergelaten die hij niet vertrouwde.
Braaf vulde ik de vele medische formulieren in en wachtte hypotheekoffertes lezend op mijn beurt. ‘Daar doen we niets aan’, concludeerde de specialist na een korte blik. ‘Dat is littekenweefsel en verdwijnt vanzelf.’
Binnen vijf minuten stond ik weer buiten, boos op de huisarts die voor niets alarm had geslagen. Maar mijn hoofdpijn was wel helemaal weg.
Niet uit opluchting omdat ik me ongemerkt toch druk gemaakt had om die elleboog, maar omdat ik zonder dat het teveel moeite had gekost, iets van mijn lange to-do-list af kon strepen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten