maandag 19 maart 2012

Tureluurs


Om kwart voor negen zaterdagochtend, lopen we het makelaarskantoor binnen.
‘Willen jullie nog koffie?’ vraagt de makelaar. We schudden ons hoofd, we hebben al koffie gehad in het hotel.
‘Oké, dan gaan we!’
We stappen bij hem in de auto, nieuwsgierig wat de dag ons gaat brengen en helemaal klaar om elf huizen van binnen te gaan zien.

Al rijdend vertelt de makelaar over de wijken en wij kijken mee op de kaart.
‘Hier heb ik gisteren gefietst’, wijs ik.
‘Ik heb gisteren thee gedronken met de moeders die ik hier toevallig ken en ben met ze meegefietst om kinderen uit school te halen. Ik had een fiets op het station gehuurd’, leg ik uit als de makelaar vragend kijkt.
Het eerste huis staat in de nieuwbouwwijk waar we op papier niet zo van gecharmeerd waren. Maar het valt alles mee: het wijkje ligt helemaal niet achteraf, maar juist heel centraal, het huis groot en comfortabel.
Het tweede huis is onze favoriet. Opgelucht stappen we na de bezichtiging weer in de auto: het is inderdaad een mooi huis, mooie tuin en het bijbehorende tuinhuis biedt heel veel mogelijkheden. Ik zie al logeerfeestjes voor me van Julian met vrienden.
Wel vraag ik me af hoe rustig de wijk is, het voelt hier wel een beetje achteraf. Toch zetten we een uitroepteken achter het adres en gaan door naar de volgende huizen op onze planning.
Eén voor één vallen er huizen af. Te dicht bij een drukke weg, lelijke lichtblauwe tegels in de badkamers en keuken, te klein, teveel een opknapper, te ver weg van de stad. Als we snel een broodje eten is de makelaar optimistisch: ‘het gaat goed, ons lijstje wordt klein!’

Maar in de middag zeggen we steeds vaker: ‘ja dit huis zou kunnen.’ We zien grote huizen die mooi opgeknapt zijn met spannende vides in de slaapkamers, huizen met karakteristieke kenmerken en we rijden ook terug naar het nieuwbouwwijkje, omdat daar meer huizen te koop staan.

Tureluurs van alle keukens, trappen en badkamers, zitten we diep in de middag weer op het kantoor van de makelaar, nu wel met koffie voor onze neus. ‘Is dat ene huis nog steeds jullie favoriet?’ vraagt hij.
We schudden ons hoofd en zuchten diep.
‘Het is het mooiste huis’, verwoord ik onze twijfel, ‘maar niet in de mooiste wijk.’

We weten het even niet meer en laten de huizen voor wat ze zijn. We gaan uiteten met familie en genieten van ons kleine nichtje dat alweer groot wordt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten