maandag 9 april 2012

Fifth Avenue

Vanaf de kerk waar Peter Stuyvesant begraven ligt, nemen we de metro naar 59 Street. Daar vandaan is het nog maar een paar blokken lopen naar de ingang van Central Park. Het is lunchtijd en we hebben al een aardige wandeling in de benen. De zon schijnt, het park nodigt uit tot een picknick en rondrennen.
Al lopend door 59 Street kruisen we de Avenues en hoe dichter we bij Fifth Ave komen, hoe meer winkels we tegen komen. Winkels die steeds luxer, duurder en meer trendy worden.
Verlangend kijk ik om me heen, ik zie Kim ook al een blik opzij werpen. Als ik als vanzelf langzamer ga lopen om een etalage met leuke jurkjes te bewonderen en wil voorstellen om even binnen te kijken, begint Simeon aan mijn arme te trekken en te jammeren: ‘ik ben moe, zijn we al bijna bij het park? Mag ik nu al eten?’
Ik ben meteen terug in de realiteit: we zijn met de jongens in New York.

En dus gaan we naar Central Park, waar ze opeens niet moe meer, rondrennen en op de rotsen klauteren. En dus knik ik gehoorzaam als Harro voorstelt om met een omweggetje door het park terug naar de metro te lopen: ‘daar verderop zijn ook nog rotsen en dan kunnen ze over de brug rennen.’
Ik accepteer dat vooral de boottocht naar the Statue of Liberty leuk is en het museum op Ellis Island alleen geaccepteerd wordt omdat ze in de grote zaal -Registery Room- tikkertje kunnen spelen.
Ik begin niet eens meer over winkelen en probeer het positief in te zien: we hoeven geen uren door te brengen in die afschuwelijke poppenwinkel ‘The American Girl’, waar dezelfde outfits voor de pop en de poppenmoeder te koop zijn -voor honderden dollars.
Ik kijk niet meer op van steaks bij het avondeten en bacon met gebakken eieren voor ontbijt. Ik ben niet verbaasd dat ze om half tien al beginnen te vragen of het al lunchtijd is en of ze pizza met een hotdog mogen.

We rijden een extra rit met de subway: ‘wat gaat de trein hard hè, mamma?’ en ik beantwoord honderd vragen over het verschil tussen de metro, tram en trein.
Ik zie er zelfs de lol van in dat we vanuit onze hotelkamer uitzicht hebben op de bouwplaats die ground zero is geworden. De hijskranen, cementmolens en vorkheftrucks draaien van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat: de jongens zitten ademloos met hun neus tegen het raam aangedrukt te kijken.

Maar dat we zonder ook maar één winkel in te zijn geweest over Fifth Avenue hebben gelopen, dat is maar moeilijk te accepteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten