donderdag 31 mei 2012

Belletje


Met veel bravoure sprong Simeon afgelopen maandagmiddag vele keren achter elkaar van de lage duikplank in het diepe gedeelte van het zwembad. Met enige moeite wisten we hem ervan te overtuigen dat hij niet van de hoge af mocht, zoals Julian wel deed.
‘Als ik de ‘pencil jump’ doe, raak ik met mijn tenen de bodem’, vertelde hij trots, toen hij recht als een plankje in het water was gesprongen. Het bad is bij de duikplanken twaalf foot -bijna vier meter- diep. Het was wel een goed idee geweest, als er toen een belletje bij me was gaan rinkelen.

Midden in de nacht van maandag op dinsdag ging er geen belletje, maar een grote gong. ‘Mama,’ stond Simeon huilend aan mijn bed -Harro zat alweer in het vliegtuig-, ‘mijn oor doet zeer.’
Zeer schuldbewust zocht ik in het medicijnkistje naar oordruppels en pijnstiller. Toen ik de druppels in z’n oor probeerde te laten lopen, schreeuwde Simeon het uit van de pijn. Het deed echt zeer. Vier uur later stond hij weer aan mijn bed, de pijnstiller was uitgewerkt.
Toen de volgende middag de viezigheid eruit stroomde en Siem zelfs z’n hoofd stijf hield omdat bewegen te zeer deed, heb ik de kinderarts gebeld. ‘Zo’, concludeerde ze, dat is een heftige uitwendige infectie, een zwemmersoor.’ Het was zelfs zo opgezwollen dat ze zijn buisje niet meer kon zien.
Met nieuwe oordruppels en een pijnstiller-die-je-alleen-op-recept krijgt, werden we naar huis gestuurd. ‘Vrijdag terugkomen!’ waarschuwde ze nog.

Hoe kan ik zo stom zijn? Met mijn jarenlange ervaring met buisjes in oren weet ik dat je niet dieper dan zes foot/twee meter mag komen. Dat ik zelfs maar heb kunnen overwegen om hem van de hoge te laten springen.

woensdag 30 mei 2012

Ze vertellen het verhaal van ons leven

Ik loop door ons huis met lijsten in mijn hand. Ik ga van kamer naar kamer en probeer voor onze bezittingen te beslissen op welk vel papier ze terecht komen. Voor de meubels en ander groot goed is het makkelijk, die komen op de lijst waar het vakje ‘sea freight’ is aangekruist, maar voor al onze andere spullen is het ingewikkelder. Ik probeer een scherp beeld te vormen van de eerste Nederlandse maanden en vul  kleren-voor-kouder-weer, lego, boeken, dekbedden en de tv in op de lijst met het vakje ‘air freight’. Ik slaak een zucht en loop naar de garage. Ik was vergeten dat verhuizen geen fysieke activiteit is, maar vooral iets is, dat in mijn hoofd plaatsvindt. En mijn hart. Lees verder op Gezinspiratie

dinsdag 29 mei 2012

Jip en Janneke


In de drie jaar voordat we naar Houston verhuisden, woonden we in een wijk aan de andere kant van de school. Onze overburen hadden kinderen in dezelfde leeftijd en elke middag na schooltijd speelde Julian buiten met vooral Katherine en in mindere mate haar jongere zus Sophie. Julian en Katherine waren die jaren onafscheidelijk; ze waren de Jip en Janneke van de straat.

Tijdens de barbecue om de opening van het nieuwe schooljaar te vieren afgelopen september, kwam Katherine enthousiast op ons af: ‘Hi Julian, great to see you. How are you?’
Julian kon er met moeite een ‘hi’ uit krijgen, draaide zich om en was weg, voetballen met de jongens.
Katherine haalde haar schouders op: ‘oh boys…’ en ging met Simeon naar de glijbaan en de schommels.

Het hele afgelopen schooljaar mochten we het onderwerp Katherine niet aansnijden van Julian, hij wilde niets over haar weten. Tijdens International Day hield ze als voorzitster van de leerlingenraad een mooie speech. Steels keek ik naar Julian die met z’n oranje shirt aan in de parade mee liep. Ik kon niets anders dan bewondering opmaken uit z’n blik, maar toen ik er later een opmerking over maakte werd ik afgesnauwd.

Ik maakte er grapjes over met Kris, de moeder van de dames en mijn redder in nood in onze eerste Amerikaanse jaar. ‘Ze worden ouder’, constateerden we, ‘en dan zijn vriendschappen tussen jongens en meisjes niet meer vanzelfsprekend.’

Afgelopen weekend ging het zwembad weer open, waar zowel wij als Kris en de haren lid van zijn.
‘Pff,’ zuchtte Julian zaterdagavond toen we met natte haren in de auto terug naar huis zaten, ‘gelukkig hebben we Katherine en Sophie niet gezien.’
Maar gisteren waren de dames waren er wel. Ik zag ze in de rij staan voor de duikplank en besloot Julian te plagen.
‘Ga nog een keer van de duikplank’, maande ik hem, ‘straks gaan we lunchen en is er geen tijd meer.’
Enthousiast liep hij richting de rij om onmiddellijk rechtsomkeert te maken en mij boos aan te kijken toen hij zag wie er ook waren.

Er was geen verstoppen meer aan toen ze ons in het vizier kregen. Daniël gaf knuffels, Simeon begon meteen te kletsen. Ten einde raad, ging Julian met Sophie -jonger, en veel jongensachtiger dus niet eng- torpedo’s opduiken. Dat brak het ijs want even later verzonnen ze met z’n drieën de meest gekke spelletjes en zagen we Julian niet meer terug. Hij bleef zelfs toen wij naar huis gingen en had een heerlijke middag.

Het kan gelukkig nog, je als Jip en Janneke gedragen als je elf en bijna twaalf bent.

donderdag 24 mei 2012

Uien


Ik loop achter de winkelwagen door de Giant. Achteloos leg ik fruit in de kar, net als een zak worteltjes. Macaroni wordt hier in steeds grotere hoeveelheden gegeten, ik reik naar twee pakken, die gaan wel op vanavond. Vlees, vis, salade, de kar vult zich weer vanzelf vandaag.
Pas als ik besluit uien in de pastasaus te doen en met een netje met tien uien in mijn handen sta, moet ik een moment nadenken. Komen die uien nog wel op?

Dezelfde vraag komt in me op als ik bij de gang met een eindeloze rij cereals, automatisch naar het supergrote pak Fruitloops grijp: gaan ze die nog leeg krijgen? Ik zet het terug en kies voor het kleine pak. Net als dat ik geen nieuwe voorraad olijfolie in sla en ‘n wat bescheiden aantal toetjes in de winkelwagen laad.
De Amerikaans lang houdbare melk die ik uit het schap haal, is goed tot 6 juli. Ik probeer 6 juli voor me te zien. Ik probeer me een voorstelling te maken dat ik dan bij de Albert Heijn loop om boodschappen te doen. Dat ik vla, beschuit, hagelslag en kaas koop, maar het is een nog weinig realistisch beeld.

Morgen over vier weken vliegen we, ik hoef nog maar iets meer dan drie weken Amerikaanse boodschappen te doen -de laatste week wordt er gepakt en zitten we in een hotel. Wat willen we eigenlijk nog een keer eten? Steak natuurlijk en taco’s met extra dunne tortilla chips en guacomole, verse zalm op de barbecue, jumbo-garnalen. Ik denk aan Smores, met echte Grahamcrackers, verse maïs en voor Simeon ijs met chocoladesaus die meteen hard wordt.

De finale komt in zicht, realiseer ik me al boodschappen doend en leg twee losse uien in de winkelwagen.

woensdag 23 mei 2012

Van film acht maken we een feestje


Julian knijpt in m’n hand als we onder de poort doorlopen en oog in oog staan met de stoomlocomotief van de Hogwarts Express. Ik knijp terug, dit is wel heel echt. Achter de trein beginnen de huisjes die met elkaar Hogsmeade vormen. Ik wijs naar het restaurant ‘The Three Broomsticks’.
‘Zullen we daar straks lunchen?’ stel ik voor. ‘Dan kunnen we ‘butter beer’ uitproberen.’
Julian knikt, hij heeft even geen woorden. Ollivander’s Wandshop, The Owl’s Post, Honey Dukes, de snoepwinkel, Zonko’s, de winkel vol grappen, Hagrid’s huisje met de Hippogriff ervoor, hij weet niet waar hij het eerst moet kijken. We lopen verder, maken een bocht en dan rijst het kasteel hoog en statig boven ons uit. Hogwarts, nog imposanter dan de voorstelling die we er ons al lezend van hadden gemaakt. ‘Wauw’, zeggen Julian en ik allebei tegelijk. Lees verder op Gezinspiratie

donderdag 17 mei 2012

Ken je dat gevoel?


Dat je helemaal leeg bent?
Dat elke vorm van creativiteit je verlaten heeft?
Dat de automatische piloot de meest basale handelingen overneemt?
Dat verder alles uit je handen valt?
Dat het enige wat je nog wilt een paar dagen weg is?
Dat een koffer inpakken niet meer lukt?
Dat je niet eens interesse kan veinzen voor die nieuwe, net gedownloade game?
Dat je bijna het uiteten gaan met een groep vriendinnen afzegt?
Dat zelfs het rinkelen van de telefoon al teveel is?
Dat de beren op de weg groter en groter worden?
Dat al je spieren zeer doen, maar dat je geen griep hebt?
Dat je denkt dat je elk moment kan omvallen?
Maar dat je wel door moet?

Dat gevoel dus.
Zou een reep chocola helpen?

woensdag 16 mei 2012

Met vriendinnen weg

Er komt een email binnen en mijn hart maakt een sprongetje. Ik klik meteen op het envelopje en bekijk de uitnodiging voor het jaarlijkse weekendje weg met mijn twaalf vriendinnen. Vriendinnen die ik nog van de universiteit ken, waar we bijna 25 jaar geleden allemaal op hetzelfde moment aan het eerste jaar begonnen. Sinds dat eerste jaar gaan we in juni een weekend weg, zonder mannen en kinderen. Onder het genot van teveel wijn en teveel lekker eten, praten we bij. De onderwerpen van al die gesprekken volgen nauwkeurig de fases die we in ons leven doormaken. Lees verder op Gezinspiratie 

dinsdag 15 mei 2012

Opruimen


Maandagochtend, net voordat ik met een diepe zucht het huis wilde gaan opruimen, belde Sandra, onze schoonmaakster. Of het goed was dat ze woensdag kwam. ‘Natuurlijk’, zei ik door de telefoon en voegde er zachtjes ‘hiep hoi’ aan toe. Onmiddellijk liet ik fluitend de rommel, de rommel; het was veel effectiever om pas op woensdagmorgen aan de slag te gaan.

Sinds gisteren staat er een bord in de tuin met ‘For Rent’ erop. De makelaar heeft me verzekerd dat eventuele kijkers eerst bellen om een afspraak te maken en niet zomaar voor de deur zullen staan.
‘Dat hoop ik dan maar’, reageerde ik een beetje dreigend, ‘want zonder belletje vooraf garandeer ik geen opgeruimd huis.’
Verder haalde ik mijn schouders op, ervanuitgaande dat het geen storm zou lopen met bezichtigingen.

Het is hier nu dinsdagmiddag. Dinsdag is altijd een dag met deadlines. M’n emailbox loopt over en ik probeer alles voor 14.00 uur af te hebben. Dan begint er een webinar over de nieuwste inzichten om kinderen met Down te leren lezen en schrijven, waar ik graag aan mee wil doen.
Opeens gaat de telefoon: de makelaar. Ze wil om drie uur vanmiddag het huis laten zien aan mogelijk nieuwe huurders. Ik kan niet anders dan ja zeggen.

Als een kip zonder kop ren ik door het huis, ruim op wat me voor de voeten ligt, stop viltstiften in lades, prop oud papier in een tas en leeg als een gek de vaatwasser. Tevreden kijk ik om me heen en probeer het van de zonnige kant te zien: nu hoeft het morgenochtend niet meer.

vrijdag 11 mei 2012

Ochtendstress


Simeon is geen ochtendmens. Alhoewel het beter is geworden sinds al z’n amandelen eruit zijn, moet ik hem nog altijd iedere ochtend wakker maken. Terwijl Julian en Daniël, fris omdat ze al lang op zijn, pannenkoeken en een grote bak pap naar binnen werken, zit Simeon met lange tanden aan de ontbijttafel op een boterhammetje te kauwen. Hij heeft pech dat juist zijn school vroeg begint.

De schoolbus haalt Julian en Daniël om 9.03 op, de school begint pas om kwart over negen. Simeon zit dan al een uur in de klas. Om op tijd te zijn moeten Simeon en ik eigenlijk een paar minuutjes voor acht uur in de auto stappen.
Dat redden we bijna nooit. Want als die boterham eindelijk op is, moet hij ook nog aankleden. Meestal liggen z’n schoenen op een onvindbare plaats en moet er op het laatste moment ook nog een autootje mee omdat het ‘show and share’ is.

Vanmorgen had ik geen zin in de strijd en het geren. Kim is naar New York, ik stond er niet alleen deze ochtend alleen voor, maar morgenochtend ook als we om acht uur spik en span in de auto moeten zitten -met lunches en voetbalspullen- om naar de Nederlandse school te gaan. Ik besloot Simeon ziek te melden en even te genieten van een rustige ochtend.

Dus zei ik gisterenavond tegen Simeon toen ik ‘m welterusten wenste: ‘je hoeft morgen niet naar school, je kunt lekker uitslapen. Ik kom je niet wakker maken.’ Het leek hem een heerlijk vooruitzicht en trok het dekbed helemaal over zich heen. Ik zette zelf de wekker wat later en hoopte maar dat Daniël niet al te vroeg wakker zou zijn.

Daniël bleef inderdaad lekker slapen vanmorgen. Het was Simeon die ruim voordat de wekker zou gaan aan mijn bed stond om fris en vrolijk mee te delen: ‘ik ben wakker mama!’

donderdag 10 mei 2012

Zelfcensuur


Zie hier een regelrecht geval van een writers-block. Het enige onderwerp waar ik over wil schrijven, daar mag ik van mezelf niet over schrijven. Het gevolg van deze zelfcensuur is dat het enige waar ik aan kan denken, dat ene te stoute onderwerp is. Net als in die oefening tijdens van die reflectieworkshops waarbij je niet aan een roze olifantje mag denken.

Ik kan natuurlijk net doen alsof mijn neus bloed en toch schrijven over het gesprek dat ik vanmorgen had met expatvriendinnen. Ze spreken en lezen geen Nederlands. Maar de knop van Google-translate is snel gevonden en bovendien: ze zijn vriendinnen dus doe je zoiets niet. Ons gesprek was daarvoor te persoonlijk met net teveel ontboezemingen.
Ik onderzoek het onderwerp van ons gelach en gepraat op internet. Lees wat Wikipedia erover te zeggen heeft en probeer verschillende varianten uit om er toch over te schrijven. Uiteindelijk druk ik elke keer weer op de delete-knop: dit is geen onderwerp om onder de aandacht van familie, oud-collega’s en aanverwanten te brengen. Je zult zelf je weg naar dit boek moeten vinden en zelf moeten beslissen of je het wilt lezen.

(Nee, ik heb het nog niet gelezen, maar sta in dubio. Aanstaande zondag is het moederdag en volgens een zeer grappige parodie van de comedy show ‘Saturday Night Live’, op een Amazon-reclame, is het boek een ultiem moederdagkado. Aangezien Harro er niet is, misschien het moment om zelf naar de boekwinkel te gaan?)

Ik klik alle internetpagina’s weer dicht, verwijder ook mijn laatste woorden en staar naar een lege pagina. Wat nu? Ik kan toch niet over een roze olifantje gaan schrijven?

woensdag 9 mei 2012

Schermpjes uit en het leven aan


Voor de zoveelste keer maan ik Simeon en Daniël tot stil zitten. Als ze netjes op hun stoel zitten, haal ik opgelucht adem en richt mijn aandacht weer op het toneel. Julian en z’n klasgenoten hebben dit jaar zangles gehad en geven een uitvoering. Als Simeon en Daniël het niet langer volhouden en weer beginnen te giebelen en te wiebelen, neem ik er één op schoot en houdt de ander in de houtgreep.
Ik kijk om me heen en probeer geïrriteerde blikken te negeren. Schuin achter ons zit een jongetje op een geluidloze iPhone te spelen. Even kom ik in de verleiding om Siem en Daan mijn telefoon te geven, want tja, dat jongetje zit wel heel stil. Lees verder op Gezinspiratie

dinsdag 8 mei 2012

Link online


Hoe doe ik dit nu weer? Ik kijk naar m’n scherm en krab achter mijn oor. Hoe krijg ik de lijst met alle spullen die we willen verkopen online? Ik staar naar het vakje op mijn scherm dat zegt dat ik een pdf-file niet kan uploaden en weet het niet meer. De enige oplossing die in me opkomt  is om van alle pagina’s apart JPG-bestanden te maken, maar dat zou wel heel omslachtig zijn. Ik heb het gevoel dat het sneller en mooier kan en stuur een ‘help me’ bericht naar m’n alwetende zwager.

Het maken van de lijst zelf ging me goed af, compleet met foto’s, beschrijvingen en een prijs. Het lukte om er een pdf-bestand van te maken en ik wist het aantal kilobytes zover omlaag te krijgen, dat het bestand meteen opent en niet eerst secondes hoeft te laden. Ik stuur de lijst via de email naar een paar vrienden en print ‘m voor mijn schoonmaakster. Nu nog die online versie.

Uiteraard weet mijn zwager raad. Via Face Time meekijkend op het scherm van zijn laptop, leer ik hoe ik een pdf wel kan uploaden. Vakkundig voegt hij een functie aan mijn administratie-pagina toe. En inderdaad, als ik er weer alleen voor zit, heb ik de lijst binnen een paar minuten op ‘t net.

Hier vind je alles wat we te koop hebben. Ja, het is leuk om via die lijst een kijkje te nemen in mijn keuken, maar misschien dat er ook nog iets van je gading bij zit?

Laat me weten als je geïnteresseerd in iets bent, ook vanuit Nederland. Dan laten we het gewoon toch inpakken en bewaren ‘t voor je in Breda. Bedenk alleen wel dat alles wat elektriciteit nodig heeft, geen zin heeft.  En: de link doorsturen mag.

vrijdag 4 mei 2012

ringweg


Ik ben niet gewend om in de file te staan, dus als het dan een keer moet, schiet ik bij voorbaat al in de stress. Hoe druk zal het zijn? Hoe lang zal ik er over doen? Zal Daniël niet hoeven te plassen? En ook: als er maar niets mis gaat met de auto.

Zo ook gisteren.

Voor de verandering reed ík in plaats van Kim na schooltijd naar het huis van Mick en Joep voor de wekelijkse speel- en eetafspraak. Simeon had een feestje, dus Daniël en ik waren samen. De vriendjes wonen aan de noordkant van DC, ik moet over de 495, de ringweg rondom de stad om er te komen. Behalve op zaterdagochtend vroeg als we naar de Nederlandse school rijden, is het daar altijd druk en na vier uur ‘s middags meestal geen doorkomen aan.
Ik stapte in de auto om Daniël van school op te halen en wierp een blik op de benzinemeter. Gaat nog net, besloot ik en richtte mijn aandacht op de klok: ik was mooi op tijd. Wel was het warm, de zon prikte door de ramen heen en voor het eerst dit jaar zette ik de airco vol aan.
Op school ging het oppikken bijzonder langzaam. Je moet je voorstellen dat de ouders in een lange rij van auto’s één voor één langs de stoep rijden en kinderen inladen. Eindelijk zaten Daniël en het buurjongetje in de auto -Julian had schaakles en bleef op school. Lichtelijk gestresst reed ik terug naar huis om de buurjongen af te zetten, keerde en draaide de auto weer richting doorgaande weg.
Het heen en weer rijden duurde me allemaal te lang, in een file kan vijf minuten eerder of later een groot verschil maken en ik was bang achteraan te moeten aansluiten. Maar het viel mee: ik hoefde pas op de snelweg op de rem en niet al op de oprit.

Stapvoets gingen we vooruit: de andere rijbaan altijd sneller dan de baan waar ik me in bevond. Ik keek om me heen, nam de gok en wisselde opnieuw van strook. Zonder succes, want net voor me ging een vrachtwagen ook naar rechts.
Geïrriteerd trapte ik weer op de rem en zette de koeling iets harder: de zon en de drukte in m’n hoofd gingen niet goed samen. Ik probeerde alternatieve routes te bedenken, maar ken de weg aan de stadse kant van de Potomac niet goed genoeg. Ik probeerde te ontspannen en het optrekken en stilstaan te accepteren.

Net toen ik daar een beetje in slaagde, ging er een alarm af in de auto. Op het dashboard verscheen een geel oplichtend benzinepompje. Daar stond ik dan, midden in de autozee met mijn afslag 5 miles verderop en een snel teruglopende benzinemeter.

In de warmte, want de energieslurpende airco moest uit.

donderdag 3 mei 2012

Trendy


‘Het aantal mensen met een Hyves-account daalt, terwijl het aantal Nederlanders dat op Facebook zit explosief is gegroeid sinds augustus vorig jaar’, lees ik op de site van de Volkskrant. Het zo Nederlandse Hyves legt het af tegen de Amerikaanse blauwe bulldozer. Als ik aan mijn lijst van FB-contacten denk, herken ik dat helemaal. Wordt het -dus- niet tijd voor iets nieuws?

Tot aan begin van dit jaar had ik vooral Engelstalige Facebook-vrienden. Dat was ook precies de reden waarom ik ooit een account heb aangemaakt. Het is de meest makkelijke manier om contact houden met m’n expat-netwerk van vriendinnen die ondertussen over de hele wereld wonen. Bovendien lukte het via Facebook om in Houston m’n leven in Virginia in stand te houden en lukt het nu om m’n Texaanse netwerkje niet uit het oog te verliezen. Ik postte in het Engels en deed af en toe wat met Hyves.

Maar sluipenderwijs kreeg ik steeds meer Nederlandse digitale relaties. Eerst m’n zussen en onze voormalige au pairs, toen schrijf- en specialezorgcontacten, en de laatste maanden een explosieve groei aan kennissen, vrienden, ooms, tantes, neven en nichten. Iedereen stapt over of is ondertussen overgestapt en Hyves heeft het nakijken. Eigenwijs post ik wel nog steeds in het Engels.

Ondertussen verschijnen de eerste artikelen in de Amerikaanse kranten dat Facebook uit is. ‘Het sociale netwerk stamt nog uit de tijd dat we achter onze PC zaten, Facebook lijkt de slag naar het mobiele internetgebruik te missen’, las ik laatst in een artikel over het nieuws dat het bedrijf Instagram had overgenomen. En inderdaad: de FB-apps op mijn telefoon en tablet zijn gebruiksonvriendelijke, tijdrovende gevallen. Ik zit liever achter de laptop.

Nieuwsgierig kijk ik rond op de nieuwste trendy websites. Pinterest is niets voor mij, denk ik. Het wordt hier niet voor niets ‘the moms network’ genoemd en ik verzamel geen recepten, de nieuwste mode of tips hoe je je koelkast schoonmaakt.
Ik maak een account aan op Tumblr en dat gaat meteen fout. Voor ik het weet ben ik een half uur verder en heb ik door tientallen blogs van hippe jonge Amerikanen geklikt.

Voorzichtig post ik mijn eerste Tumblr-blog om te kijken wat er gebeurt. Iemand zin om mee te doen?

woensdag 2 mei 2012

Ons huwelijk als een project

Gisteren is Harro weer naar Nederland vertrokken, nu voor bijna drie weken. En alhoewel ik me besef dat ik niet moet zeuren, ik ken hier genoeg moeders van wie de echtgenoot maanden achter elkaar in het onveilige Irak of Afghanistan zit, slaak ik toch een diepe zucht. Op twee verschillende plekken in de wereld wonen, vergt het uiterste van de veerkracht in onze relatie. Vooral in deze tijd van transitie, als de romantiek toch al niet de boventoon voert. Lees verder op Gezinspiratie

dinsdag 1 mei 2012

weegschaal


Ik sta op de weegschaal en schud mijn hoofd: dat is net iets teveel. Nu geeft mijn weegschaal Amerikaanse ponden aan en dan lijkt het al snel veel, maar ik heb toch liever dat het schermpje mijn streefgewicht laat zien. In gedachten ga ik na wat ik de afgelopen dagen gegeten heb. Borrelnootjes uit Nederland, drop uit Nederland, stroopwafels en hagelslag uit Nederland. Iedere keer dat Harro terugkomt, zit z’n koffer vol met lekkers.

De voorraadkast puilt dus uit en we graaien naar hartelust. Ik hou twee dagen bij wat de moeilijke momenten zijn en die vallen voor mij -niet verrassend- rond een uur of vier ‘s middags en ‘s avonds als ze er eindelijk in liggen en ik met laptop op de bank plof.
Dus koop ik fruit, veel fruit om de aandacht van die dropjes af te leiden. Ook koop ik limoenen om de glazen water smaak te geven, zodat ik niet naar de bosbessenlimonade grijp die Harro ook heeft meegenomen. Het lijkt niet zo, maar het stikt van de calorieën in een bodempje siroop.
Ooit heb ik een keer een interview gelezen met Paul de Leeuw over afvallen. Zijn tip was: ‘prent je in dat een knorrende maag een lekker gevoel is.’ Dat doe ik en denk niet aan de chips die ook in huis is en de chocoladekoekjes die Simeon beslist wilde kopen gisteren.

Langzaam komt dezelfde ervaring van een tijdje geleden terug: als je niet toegeeft aan de behoefte aan zoet en zout, verdwijnt de drang. Het voelt beter en vlak voordat Harro opnieuw in het vliegtuig stapt, belooft hij om deze keer niet naar de AH te gaan.