woensdag 22 juni 2011

Regen

‘Brrr, het is koud, ik moet een jas aan’, zei Simeon vanmorgen tegen Lisette toen ze hem naar school bracht. Ik zat toen al aan de rand van het zwembad, Julian trainde om half acht vanmorgen, en rilde toen er een fris windje langs kwam.
De auto gaf aan dat het maar 22 graden was. ‘Wel in Celcius toch mam’, vroeg Julian nog even voor de zekerheid.
‘Ja, gelukkig wel!’ reageerde ik.
‘Toch is het koud.’
Ik gaf hem gelijk en zette de airco uit. In de verte werd de lucht steeds donkerder.

Na de zwemtraining bracht ik Julian naar ons lokale natuurcentrum, voor zijn kamp. Terwijl hij zich in de auto omkleedde en snel een granolabar at, moesten opeens de ruitenwissers aan.
Ik zag de voorruit nat worden en moest nadenken. Waar zat de knop ook al weer? De wissers maakten een brommend geluid, alsof ze uit hun winterslaap werden gewekt.
Bij het centrum smeerde ik Julian gewoontegetrouw in met zonnebrandcrème, hij is de hele dag buiten. ‘Ik denk niet dat het nodig is vandaag’, wist Julian. Ik keek naar boven en zag een in en in grijze lucht. ‘Misschien vanmiddag’, reageerde ik en samen renden we naar de overkapping, net te laat voor de enorme bui die opeens los barstte.

Na vier maanden alleen maar zon en water uit de kraan, weet de Fuchsia op ons terras van enthousiasme niet hoeveel rode bloemen ze tegelijk moet openen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten