vrijdag 29 oktober 2010

Halloween

Het is weer zover: het is bijna Halloween...
Simeon ging vanmorgen in een Thomas de Trein outfit naar school voor de Halloweenparade en was helemaal zenuwachtig.
Daniël is vorige week al met z’n klasje naar een pumpkin patch geweest: Een speciaal ingerichte winkel waar je uiteraard pompoenen en aanverwante artikelen kunt kopen, maar waar ook iemand verhalen voorleest, waar een klimrek van hooibalen is en een doolhof in het maisveld. Daniël had er pompoenen gekocht, ook één voor Simeon en Julian, had netjes naar het verhaal geluisterd en een leuke dag gehad.
Julian z’n klas mocht de pompoen vanmorgen bestuderen: hoe zwaar, hoe groot? Hoeveel zaden? Gelukkig mochten ze ‘m na al dat denkwerk ook uitsnijden tot een Jack’o’lantern.

Vanmiddag thuis zullen we onze eigen pompoenen uitsnijden en uithollen, wat al een happening op zich is en als het donker is een rondje door de buurt maken.
We hebben zelf een grafsteen in de voortuin staan, het skelet dat echt kan bewegen is weer even naar binnen omdat het teveel waaide. De buren verderop in de straat hebben zich enorm uitgesloofd; de hele tuin staat vol en enge griezels en overal hange harige spinnewebben aan de bomen. We gaan de uitdossing vanavond alvast uitgebreid bekijken.
Er is niet aan te ontkomen; het zo ontzettend Amerikaanse feest heeft zich in de genen van de jongens genesteld.

Gisteren had ik schoonzus aan de telefoon, een wat verlaat verjaardagsbelletje. Ze wist te vertellen dat Halloween ook tot Haarlem is doorgedrongen. Er zijn daar verschillende huizen versierd met griezels, spoken en aanverwante geesten en ook de pompoenen ontbreken niet.

Kijk, dat kan natuurlijk niet. Halloween is een Amerikaans feest; als we ooit teruggaan naar Nederland ga ik daar niet weer pompoenen uithollen...
Bovendien: we gaan hier toch ook niet op 11 november met lampionnen de straat op zingen over dat de koeien staarten hebben en de meisjes rokjes aan?

donderdag 28 oktober 2010

Jeugdboeken


Wat lees je met een zoon van negen? Met een dochter had ik allang de hele serie van de ‘The Little House on the Prairie’ gelezen of Pitty gaat naar Kostschool, of de Dolle Tweeling. Maar met een jongen, in het Engels?

Toen Julian net begon te lezen ontdekten we de serie van de ‘Magic Tree House’, er zijn een aantal deeltjes vertaald als ‘De Magische Boomhut’. Het gaat over Jack en Annie, broer en zus die met die boomhut zowel door de tijd als over land en zee kunnen reizen en overal waar ze komen avonturen beleven.
De mengeling van feit en fictie sprak Julian aan; we hebben alle 43 delen achterelkaar gelezen. Het begon hakkelend een bladzijde per avond tot het laatste deel dat hij in één ruk uit had.

Te oud geworden voor Jack en Annie gingen we op zoek naar een nieuwe uitdaging. Harry Potter begon leuk, maar we strandden in deel twee. Teveel magie en te weinig alsof-het-echt-gebeurd-is.
‘Diary of a Wimpy Kid’, vertaald als ‘Dagboek van een Loser’, ging mij te ver. Dat mocht Julian in z’n eentje lezen. Zoals de juf ook al zei: ‘strips tellen eigenlijk niet mee.’
Met het verplicht lezen op school in mijn achterhoofd, troonde ik Julian mee naar de boekhandel: ‘Oké, je gaat nu minimaal één boek uitzoeken en dat ga je echt lezen.’ Met een stuurs gezicht dwaalde hij langs de rekken en uiteindelijk pakte hij ‘The Lighting Thief’, strak vertaald als ‘De Bliksemdief’, uit het schap. ‘Dit gaat over Percy Jackson en de goden, jongens uit mijn klas lezen het ook,’ wist hij te vertellen.

Het bleek een gouden greep. We zijn helemaal in de ban van Percy Jackson die de Griekse Mythologie tot leven brengt. Ik heb van Wikipedia een overzicht van de twaalf Olympiërs geprint, de belangrijkste goden die een centrale rol spelen in het boek. Of liever de boeken. We zijn ondertussen aangeland in deel drie van de hele serie. Afgelopen zaterdag hebben we de film over de Bliksemdief gezien; zelfs Harro ging mee zitten kijken.
Percy is half god, zijn vader is Poseidon de god van het water, en half mens. Dat geeft hem bijzondere krachten, maar ook bijzondere plichten en maakt hem kwetsbaar voor de alom aanwezige mythische monsters.
Ook nu spreekt de mengeling van feit en fictie Julian aan. Percy, Grover (een sater, half mens en half geit) en Annebeth (dochter van Athena, godin van de wijsheid) gebruiken magie, maar eten ook tortilla’s en hamburgers en wonen in hetzelfde Amerika als Julian.

Ik heb me erbij neergelegd dat ik de gevechten met de mythische monsters, de ruzies tussen de goden en de uiteindelijke overwinning van Percy, in de komende jaren vast nog twee keer mag meelezen.
Laura Ingalls Wilder en haar meisjesavonturen staan in de kast heel erg stoffig te worden.

dinsdag 26 oktober 2010

Kalender


Ik weet nog dat ze een klein meisje was en bij mij kwam logeren in mijn studentenhuis. We gingen naar de dierentuin en pannenkoeken eten met mijn huisgenoten. Maar kleine meisjes worden groot en nu is jongste zus een aanstormend marketingtalent: ambitieus, gedreven en in het bezit van het juiste netwerk. En altijd in voor een leuk kado.

Omdat ze een decemberkind is, net niet gelijk jarig met de Sint, geef ik haar al een paar jaar zo’n fancy scheurkalender voor op je bureau: een vierkant blokje waar je elke dag een pagina af kan scheuren. Met elke dag een nieuwe tip voor de geëmancipeerde vrouw of hoe je je kantoorleven opvrolijkt. In het Engels natuurlijk. Dat staat lekker stoer op haar bureau van het Amerikaanse bedrijf waar ze werkt.
Ik zou zo’n blokje zelf ook graag gehad hebben toen ik nog een echte baan had: een prikkelend begin van de dag. Een passende kalender dus voor mijn carrièrezus.

Maar nu was ik jarig en stuurde ze mij een kadootje. Het kwam gisteren met de post. ‘Ik hoop dat je ‘m nog niet hebt,’ schreef ze op het kaartje. Een boek dacht ik, of een lekker Nederlands tijdschrift, altijd welkom.
Maar nee, niets van dat al. Uit het pakje kwam een familyplanner: een weekagenda voor 2011, met voor elk gezinslid een vakje per dag. Compleet met een stickervel: tandarts, verjaardag, naar de kapper, niet vergeten!...Ik dacht dat ze dit soort kalenders alleen hier in de VS verkochten voor de hypermama’s die niet kunnen stoppen met plannen.
En dat is dan een passende kalender voor mij?

maandag 25 oktober 2010

Winter


'We had the best fall, we hadden een mooie herfst', vertelde de mevrouw van het hotel, terwijl ze ons meelevend aankeek. Met die zonnige warme herfst was het afgelopen vrijdag in één klap gedaan, precies toen wij gingen wandelen in de Rockies.

Het begon donderdag veelbelovend: het vliegtuig was op tijd, de rit van Denver naar de bergen ging vlot, we kwamen net voor het donker aan, zodat we de hoge besneeuwde bergtoppen nog konden bewonderen.
Het hotel bestond uit losse huisjes met elk vier kamers. Onze kamer had een keuken en jacuzzi. De champagne stond koud en met een glas bubbels nestelden we ons zonder jas in luie stoelen, langs de oever van een snelstromend beekje. We proostten op twee dagen zonder kinderen en keken ondertussen of we ergens tussen de dennebomen elanden met grote geweien konden ontwaren.

Vrijdag werden we wakker met wolken. De raad van de hotelmevrouw opvolgend gingen we vroeg op pad, om tenminste nog even droog te wandelen.
Al na een half uurtje klimmen in de bergen –wat niet meeviel omdat het bijna 3000 m hoog was en de lucht ijl- moesten we onze regenjassen en -broeken aan. Nog een half uurtje later, en weer tweehonderd meter hoger, konden de handschoenen en mutsen uit de rugzak: het sneeuwde!
We hadden natuurlijk een romantische picknick in gedachten gehad aan de oever van een bergmeertje...Gelukkig vonden we een overhangende rots, zodat we onze boterhammen in ieder geval droog op konden eten.
Zonder er echt bij na te denken, had ik drie sweaters in de rugzak gestopt. Pas toen ik ze overelkaarheen aantrok, kreeg ik het een beetje warm.

Het moet gezegd: de Rocky Mountains zijn echt prachtig, het was heerlijk om weer in een berglandschap te zijn. De uitzichten zijn vast ook adembenemend, door de wolken heen zagen we af en toe de contouren van de echt hoge toppen.
Na de wandeling, wilden we een stuk de Scenic Highway, de weg dwars door het park over die hoge toppen, oprijden. Midden in het park hadden we ook nog een mooie wandelroute gezien. Dat plan ging niet door: vrijdagmiddag werd de weg voor het winterseizoen afgesloten. De hoogste passen boven de 4000 meter waren ingesneeuwd.
Het bijbehorende bergdorp was zoals het hoorde heel knus. Met kleine winkeltjes en een stoep (!), zodat we langs de etalages konden lopen. Jammer alleen dat het regende.

Zaterdagochtend was het, na een korte koude wandeling met dwarrelende sneeuwvlokken langs een riviertje met watervallen, tijd om weer richting vliegveld te gaan.
Toen we het laagland inreden en de bergen de rug toe keerden, keek ik nog één keer in de achteruitkijkspiegel. Wat ik zag? Blauwe lucht en een nog waterig zonnetje die de sneeuw bovenop de bergen deed schitteren.