maandag 31 oktober 2011

Maandagmorgen

Verlangend kijk ik naar het espresso-apparaat. Het lampje knippert, dus het water is heet. Ik wil al een koffiemok pakken, als er ergens uit het huis wordt geroepen: ‘mam, waar zijn schone sokken?’
Ik zet de mok terug op het aanrecht en loop naar de trap. Daar liggen truien, boeken en Simeon z’n popjes klaar om naar boven gebracht te worden. Met m’n handen vol -iemand moet het doen- loop ik de trap op om Julian z’n sokken te zoeken. Het is maandagmorgen, nog niet eens half negen.

‘Je sokken liggen gewoon hier in de kast, in dat bakje. Het helpt als je het licht aan doet.’ Ik wijs en bekijk meteen de situatie in Julian z’n kamer.
‘Wat is dit voor een bult?’ vraag ik. Julian heeft een duidelijk poging ondernomen om z’n kamer op te ruimen, zodat Sandra straks kan stofzuigen, en heeft al z’n kleren op een stapel gegooid.
‘Dat is was.’
Met m’n handen weer vol loop ik naar beneden, direct door naar de washok. Ik zet de modderbroeken van gisteren in het bos in de week en stop alvast een witte was in de machine.
Ondertussen belt Sandra aan. Daniël vliegt naar de deur om open te doen. Ik kom er achter aan en ik maak een kletspraatje. Dan wordt het tijd om schoenen en jassen te gaan aantrekken; de schoolbus wacht niet. Ik zoek Daniël z’n bibliotheekboeken bij elkaar. Op maandag gaat zijn klas altijd naar de schoolbieb om nieuwe boeken uit te zoeken en we hebben al te vaak een reminder gehad, dat we te laat waren met het inleveren van de oude.
‘Ik loop wel naar de bushalte’, vertel ik Kim. ‘Ik moet nog even met de moeder van Sabir -Sarah, de buurvrouw- overleggen hoe laat we langs de deuren gaan vanavond.’
Natuurlijk is de bus laat en klets ik te lang met Sarah, zodat ik weer thuis echt moet rennen. Om half tien ga ik helpen bij Daan in de klas tijdens de Halloween-rekenles en wil niet te laat komen. Ik schrijf snel een cheque voor Sandra en vul de vaatwasser, zodat ze ook de keuken kan schoonmaken.
Terwijl ik in de keuken ook nog even het oud papier bij elkaar zoek, zie ik het lampje van de espresso-machine knipperen: ‘vergeet mij niet’. Ik kijk op de klok. Over vijf minuten moet ik weg: wel tijd om koffie te maken, niet om het op te drinken. Maar dat kan, bedenk ik me, ook in de auto.

Met in m’n ene hand de autosleutels en m’n telefoon voor een snelle email check en in m’n andere hand een dubbelwandige koffiebeker met deksel -lang geleden bij de Starbucks gekocht- met dampende koffie, loop ik net op tijd de klas in. Ik voel me meer dan ooit een echte Amerikaanse stay-at-home-mom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten